De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (UNGA) heeft donderdag de door Israël gesponsorde resolutie A/76/L30 aangenomen, gericht op het bestrijden van de zorgwekkende trend van de toenemende holocaust-ontkenning.
De inspanning werd geleid door de ambassadeur van Israël bij de VN, Gilad Erdan, en werd goedgekeurd op de dag, waarop 80 jaar geleden de Wannsee-conferentie plaatsvond, dat was op 20 januari 1942. Deze conferentie was een bijeenkomst van hoge nazi-functionarissen die daar de plannen bespraken voor de uitvoering van de ‘Endlösung’, een plan van aanpak om de Joden uit te roeien die in het door de nazi’s bezette Europa woonden.
Erdan werd vergezeld door vijf overlevenden van de Holocaust, en door Albert Bourla, CEO van Pfizer, een nakomeling van Holocaust-overlevenden.
In zijn toespraak waarin hij de resolutie presenteerde, verklaarde Erdan: ‘De ontkenning van de Holocaust heeft zich als een kankergezwel verspreid. Het heeft zich direct onder onze ogen verspreid. Het heeft zich verspreid omdat mensen ervoor hebben gekozen niet verantwoordelijk te willen zijn en verantwoordelijkheid te vermijden’.
Er klonk veel lof voor het succesvol aannemen van de resolutie.
Secretaris-generaal van de VN, Antonio Guterres, reageerde met de volgende verklaring: ‘We mogen nooit onze waakzaamheid laten verslappen tegenover de toenemende pogingen om de Holocaust te ontkennen, te verdraaien of te minimaliseren’.
De Israëlische president Isa’ac Herzog noemde het ‘een historische prestatie’ en prees het feit dat deze resolutie ‘voor de eerste keer praktische stappen aanreikt om dit kwaad te bestrijden, op basis van de IHRA-definitie van Holocaust ontkenning’.
Uitvoerend voorzitter van de World Zionist Organization, Ya’akov Hago’el, prees Erdan voor het doen goedkeuren van deze historische resolutie, die invulling geeft aan het herdenken van de zes miljoen Joden die in de Holocaust zijn vermoord, en wier stem niet kan worden gehoord.
Het is pas de tweede keer dat een door Israël geleid initiatief in de VN wordt goedgekeurd, en deze resolutie gaat zowel in op de noodzaak om de feiten van de Holocaust te bevestigen, als op de dringende noodzaak om de toenemende uitingen van ontkenning te bestrijden.
In de resolutie wordt gesteld dat opnieuw moet worden bevestigd ‘dat de Holocaust, die heeft geleid tot de moord op bijna zes miljoen Joden, van wie 1,5 miljoen kinderen, een derde deel van het gehele Joodse volk, naast de moord op miljoenen leden van andere nationaliteiten, minderheden en andere doelgroepen en individuen, voor altijd een waarschuwing moet blijven voor de gehele mensheid met betrekking tot de gevaren van haat, onverdraagzaamheid, racisme en vooroordelen’.
In de resolutie wordt ook verduidelijkt dat Holocaust-ontkenning zich niet alleen richt op de bewering dat de Holocaust niet heeft plaatsgevonden, of dat de aantallen slachtoffers veel kleiner waren, maar ook wordt met deze resolutie elke poging aan de kaak gesteld, die beweert dat het Joodse volk niet specifiek méér werd vervolgd en omgebracht dan andere bevolkingsgroepen.
‘Holocaust-ontkenning verwijst specifiek naar elke poging om te beweren dat de Holocaust niet heeft plaatsgevonden, maar het omvat ook het publiekelijk ontkennen of in twijfel trekken van het gebruik van de voornaamste vernietigingsmechanismen (zoals gaskamers, massale schietpartijen, uithongering en foltering) en de opzettelijkheid van de genocide op het Joodse volk’.
Bovendien wordt in de resolutie de ontkenning van de Holocaust in al haar verschillende vormen omschreven als een uiting van antisemitisme.
Daarnaast wordt ook ingegaan op het medium waarin Holocaust-ontkenning tot uiting komt en wordt verspreid. In de resolutie wordt specifiek opgemerkt dat de verdraaiing van de feiten betreffende de Holocaust zich sterk concentreert in de omgeving van de sociale media, door het verspreiden van verkeerde informatie.
Tot slot worden de VN-lidstaten aangespoord actieve maatregelen te nemen om het groeiende fenomeen van Holocaust-ontkenning te bestrijden. Zij worden aangespoord tot het ontwikkelen van onderwijsprogramma’s, om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties de juiste instrumenten krijgen om de lessen van de Holocaust te begrijpen, en om niet alleen ontkenning van de Holocaust, maar elke andere vorm van racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en negatieve stereotypering te bestrijden.
De landen worden ook aangespoord de civiele samenleving te mobiliseren om aan deze inspanningen mee te werken. En de resolutie richt zich niet alleen tot de lidstaten, maar ook tot sociale-mediabedrijven om actie te ondernemen, en misinformatie dan wel verwoede pogingen om de realiteit van de Holocaust via hun platforms te verdraaien, te voorkomen.
In totaal steunden 114 lidstaten deze historische resolutie. Dat Iran tegenstemde verraste niemand. Deze Islamitische Republiek promoot al jaren verschillende vormen van Holocaust-ontkenning als strategie. Hassan Rouhani, voormalig president van Iran, verklaarde ooit in een interview met CNN-verslaggever Christiane Amanpour, dat de omvang van de Holocaust, ‘wat dat ook moge zijn’, aan de historici moet worden overgelaten. Dit is precies een van de aspecten en een vorm van ontkenning, die deze belangrijke resolutie wil bestrijden – de verdraaiing van de omvang van de gruweldaden van de nazi’s tegen het Joodse volk.
Het feit dat de ‘Resolutie over de ontkenning van de Holocaust’ mede door Duitsland werd ingediend, mag niet over het hoofd worden gezien. Het is van historisch belang dat 80 jaar nadat hoge Duitse ambtenaren bespraken hoe het Joodse volk moest worden uitgeroeid, de Duitse regering vandaag, zij aan zij met Israël, het voortouw neemt in de strijd tegen het antisemitisme en de ontkenning van één van de grootste gruweldaden uit de geschiedenis.
Het laat zien hoe een land verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn duistere verleden, en kan bouwen aan een veel zonniger toekomst. Het is ook een krachtig voorbeeld voor anderen in deze wereld, dat laat zien hoe de dader en het slachtoffer hand in hand een weg kunnen wijzen, om ervoor te zorgen dat soortgelijke wreedheden nooit meer zullen plaatsvinden.