Vader van de ‘Islamitische bom’ is gestorven – Israël dreigt met beslissende actie tegen Iran

Premier Bennett benadrukt tegenover de Amerikaanse en Europese leiders, dat ze snel actie moeten nemen tegen het verge­vorderde kern­wapen­programma van Iran, en dat Israël haar acties in deze niet veel langer kan en zal uitstellen.

Door Yochanan Visser |

Afbeelding: Pakistanen herdenken de ‘vader van de islamitische atoombom’ (Foto: EPA-EFE/REHAN KHAN)

Atoomwetenschapper Abdul Qadeer Khan, de vader van de ‘Islamitische atoombom’, is deze week in Pakistan overleden. Deze bom staat tot op de dag van vandaag bekend als de ‘islamitische atoombom’, omdat Pakistan de enige moslimnatie is met een kern­wapen­arsenaal.

Khan stierf op 85-jarige leeftijd aan de gevolgen van het coronavirus. Hij overleed één dag voordat de aftredende Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Israëlische premier Naftali Bennett, in een gezamenlijke pers­conferentie in Jeruzalem, waar­schuwden voor de snelle voortgang van het Iraanse kern­wapen­programma (waarover later meer).

Je kunt Khan de stiefvader van de Noord-Koreaanse atoombom noemen, en van het nucleaire programma van Iran, dat thans in een stroomversnelling is gekomen. Khan reisde 17 keer naar Noord-Korea om het schurken-regime aldaar te helpen de bom te ontwik­kelen.

De Pakistaanse ingenieur verkocht ook de blauwdrukken van de P-1 centrifuges aan Iran, dat sinds 1987 aan de ontwikkeling van kernwapens werkt, en nu gevaarlijk dicht bij de voltooiing daarvan is gekomen.

De rol van Nederland in de islamitische bom

Zoals we zullen zien, speelde Nederland een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de Pakis­taanse atoombom, en was de Nederlandse regering er indirect verant­woor­delijk voor dat de regimes in Noord-Korea en Iran de mogelijk­heden kregen om een kernwapen te produ­ceren.

Een rapport uit 2011 van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) in Wenen bevestigde reeds eerder, dat Iran de technische plannen voor de ontwik­keling van P-1 centrifuges voor de verrijking van uranium, al in 1987 heeft ontvangen. Deze blauw­drukken waren afkomstig van een ‘geheim nucleair bevoorradingsnetwerk’, aldus de IAEA.

Khan’s spionage-activiteiten

Dit netwerk werd geleid door Dr. Abdul Qadeer Khan, de directeur van het Pakistaanse nucleaire project. Khan heeft de technische details voor de ontwik­keling van een Pakistaanse atoombom in Nederland gestolen, toen hij student was aan de uranium-verrijkings­fabriek URENCO in Almelo.

Nederlandse hulp

Wat weinigen buiten Nederland echter weten, is dat Khan, na het stelen van de nucleaire geheimen van URENCO, hulp kreeg van een Nederlander, genaamd Henk Sleebos. Hij was een Nederlandse ingenieur en expert op het gebied van uranium­verrijking en ontstekings­mechanismes (EBW’s) ten behoeve van kernbommen.

Sleebos bouwde een uitgebreid netwerk op van Europese bedrijven, die Khan illegaal voorzagen van allerlei onderdelen, materialen en kennis om een kernwapen te kunnen fabriceren. De sluwe Nederlander hielp Khan bij de ontwikkeling van de Pakistaanse atoombom, omdat hij vond dat elk land het recht zou moeten hebben om over kernwapens te beschikken.

Dit alles vond plaats terwijl de Nederlandse inlichtingen­diensten en later de Nederlandse regering goed geïnfor­meerd waren omtrent dit netwerk, en het doel van de activiteiten van Sleebos.

Voormalig CIA-agent Richard Farlow, die verant­woor­delijk was voor het monitoren van geheime programma’s voor de productie van massa­vernietigings­wapens, was ook op de hoogte van het feit dat er een probleem was in Nederland.

In 2005 zei Farlow in een door de Nederlandse televisie uitgezonden interview, dat de CIA zowel met de Neder­landse inlichtingen­diensten (BVD en AID), als met de Nederlandse regering veelvuldig gesprekken had gevoerd over Sleebos en zijn netwerk.

Farlow was echter stomverbaasd, toen hij ontdekte dat de Nederlandse en andere Europese regeringen vrijwel niets deden, om het Sleebos-netwerk ervan te weer­houden nucleaire en andere essentiële onderdelen naar Pakistan te smokkelen. Voormalig IAEA-inspecteur David Albright beschreef Sleebos’ hulp aan Pakistan zelfs als ‘zeer kritiek’.

Enkele jaren later ontving Iran van Khan de technische plannen voor Pakistaanse P-1 centrifuges, en luidde Israël de alarmbel over dit dreigende nucleaire gevaar van de Islamitische Republiek.

Nederlandse klokkenluider

Een andere Nederlander, kernwetenschapper Frits Veerman, werkte tijdens de URENCO-periode met Khan samen, en vermoedde na verloop van tijd dat de Pakistaanse student met zijn werk in de uranium­verrijkings­fabriek, er bepaalde geheime agenda’s op nahield.

Veerman zag Khan verschillende installaties van URENCO fotograferen, en delen van de fabriek betreden, waar hij niet mocht komen. De kern­weten­schapper besloot daarop de Nederlandse autoriteiten in te lichten over zijn vermoedens, maar deze geloofden hem niet en staken zelfs de draak met Veermans vermoedens.

Veerman verloor later zijn baan nadat de autoriteiten hem hadden geïntimideerd, en hij werd pas kort voor zijn dood vorig jaar gerehabiliteerd.

Het Almelose complex van Urenco

Khan werd beschouwd als een held in Pakistan, en werd deze week zelfs geëerd met een semi-officiële staatsbegrafenis.

Voor zijn spionageactiviteiten bij URENCO in Nederland werd Kahn veroordeeld tot slechts vier jaar gevangenis­straf, na een veroordeling door een Nederlandse rechtbank, maar hij heeft die straf nooit uitgezeten. Het vonnis werd zelfs vernietigd nadat er procedurele fouten waren ontdekt in de rechtszaak tegen hem.

Nadat de Amerikaanse regering Pakistan onder druk had gezet in verband met de illegale activiteiten van Khan, werd hij uiteindelijk voor slechts enkele jaren onder huisarrest geplaatst, en weer vrijge­laten, nadat hij in een interview met de Pakis­taanse televisie had toegegeven, dat alleen hij verant­woordelijk was voor het instand­houden van het illegale netwerk voor de verkoop van kernwapen-onderdelen.

De regering van George W. Bush geloofde deze flagrante leugen niet, maar stemde toch in met de vrijlating van Khan, omdat zij de Pakistaanse regering nodig had in de jacht op Al Qaida en zijn leider Osama Bin Laden.

Merkel en Bennett over Iran

Israël is op dit moment het enige land ter wereld, waarvan het bestaan rechtstreeks wordt bedreigd, door de vrijwel ongeremde opmars van het Iraanse atoom­wapen­programma.

Tijdens haar laatste bezoek aan Israël zondag j.l. sprak Merkel met Bennett over deze zeer problematische situatie. De Duitse regeringsleider benadrukte, dat de veiligheid van Israël voor elke Duitse regering een belangrijk aandachts­punt is, maar maakte ook duidelijk dat de kwestie van het nucleaire programma van Iran alleen via onder­handelingen kan worden opgelost.

Bennett sprak dit nadrukkelijk tegen: de Iraniërs probeerden alleen tijd te rekken, volgens hem, en Israël zal Iran niet met woorden, maar met daden beletten een kernwapen te verkrijgen. Het heeft geen zin met Iran te onderhandelen, omdat de Iraanse leiders dit als zwaktebod beschouwen, zo maakte de Israëlische premier duidelijk.

We hebben nog maar weinig tijd en het standpunt van Duitsland in deze zaak is erg belangrijk, zei de Israëlische premier, voordat Merkel de Holocaust in herinnering bracht.

‘Israël ziet het als haar verantwoordelijkheid om door daden en niet door onderhandelingen ervoor te zorgen, dat Iran nooit kernwapens zal verkrijgen. Nucleaire wapens in de handen van een dergelijk extremistisch en gewelddadig regime zullen het aanzicht van de regio en de wereld veranderen. Voor ons is dit geen strategisch probleem, maar een existentieel probleem’, zei Bennett aan het begin van de wekelijkse kabinetsvergadering, die ook door Merkel werd bijgewoond.

Bennett zei verder dat Duitsland en andere Europese landen niet ‘neutraal’ kunnen blijven, wanneer Israël in een conflict is gewikkeld met landen zoals Iran.
‘Iedereen die neutraal blijft in een conflict tussen Israël en een land als Iran, en organisaties als Hezbollah en Hamas, heeft zijn morele kompas verloren’, zei de Israëlische premier.

Bennett heeft herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat Israël steeds dichterbij een militair ingrijpen tegen Iran komt, terwijl de wereld passief wacht tot het regime in Teheran eindelijk terugkeert naar de onderhandelingstafel.

Israël is bezorgd over de houding van de VS

Israël’s nationale veiligheidsadviseur Eyal Hulata is zojuist teruggekeerd van besprekingen met zijn Amerikaanse ambtgenoot Jake Sullivan en heeft zich pessimistisch uitgelaten over de bereidheid van Washington om, indien nodig, militaire actie tegen Iran te ondernemen. De Amerikanen beschikken niet over een plan B met betrekking tot het nucleaire programma van Iran, en richten hun pijlen niet op Iran maar op China, aldus Hulata.

Israëlische inlichtingen-deskundigen, zoals voormalig Mossad-chef Yossi Cohen, blijven volhouden dat Iran nog minstens twee jaar verwijderd is van een kern­wapen. Dergelijke verklaringen lijken echter opzettelijk te worden afgelegd om Iran te misleiden over het strate­gische plan van Israël, ten aanzien van de Iraanse Islamitische Republiek.

Bennett en andere Israëlische functionarissen spreken een andere taal en schetsen een ander beeld. In gesprekken met Merkel en de Britse premier Boris Johnson heeft Bennett naar verluidt gezegd, dat deze landen ‘actie moeten ondernemen tegen Iran en dat Israël niet langer kan wachten’.

De Europeanen blijven Iran echter de hand reiken, en hebben onlangs EU-gezant Enrique Mora naar Teheran gezonden om besprekingen te voeren over het nieuw leven inblazen van een nucleaire overeenkomst, en het voeren van onder­handelingen met de Amerikaanse regering daarover.

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.