
Afbeelding: de Jaffastraat in Jeruzalem, zonder tram, zonder auto’s. (Alle foto’s: afgedrukt met toestemming van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem)
In vroeger dagen hadden prentbriefkaarten voor reizigers de functie van Twitter en WhatsApp: korte berichten, snel opgeschreven en gemakkelijk verzonden.
Heb je je ooit afgevraagd welke eerste indrukken de Duitse keizer Wilhelm II bij zijn aankomst in Jeruzalem op een stoffige middag in 1898 zou kunnen hebben getwitterd? Of welke Instagram-foto’s die christelijke pelgrims naar Kapernaüm zouden hebben geüpload? Wat voor Facebook berichten denk je dat de vroegste zionistische pioniers zouden hebben geschreven, of hun Arabische en bedoeïenen buren?
Wat voor WhatsApp berichten zouden Britse soldaten, die tijdens de Eerste Wereldoorlog in Palestina waren gestationeerd, naar hun ouders hebben gestuurd?
Natuurlijk vonden deze gebeurtenissen plaats jaren voor de ontwikkeling van het internet, en nog langer voor de opkomst van sociale media-platforms. Maar dat wil niet zeggen dat er geen snelle, gemakkelijke en goedkope vormen van internationale communicatie waren. Lang voordat iemand de mogelijkheden van directe communicatie overwoog, dienden prentbriefkaarten als belangrijkste manier om contact te houden, foto’s te sturen, souvenirs te verzamelen en ervaringen te delen met familie en vrienden in verre oorden.
Tel Aviv. (Foto: Hebreeuwse universiteit)
Tegenwoordig zijn de prentbriefkaarten grotendeels de weg van het telegram en de paard-en-buggy gegaan. Voor de Londense historicus en verzamelaar David Pearlman zijn de 19e en 20e eeuwse prentbriefkaarten uit het Heilige Land echter van onschatbare waarde voor de moderne geschiedenis van het Land Israël. De afbeeldingen bestrijken vrijwel elk gebied van het leven: religieus, architectonisch, mode, sociale gewoonten, historische gebeurtenissen, kunst, politiek en reizen. Pearlman heeft ruimhartig besloten om zijn collectie via de Britse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit te schenken aan het Folklore Research Center van het Mandel Institute of Jewish Studies van de Hebreeuwse Universiteit.
‘Gelukkig Nieuwjaar’. Afgebeeld is het plukken en verkopen van een etrog. (Foto:Hebreeuwse Universiteit)
Pearlman, die overdag accountant is en in de avond verzamelaar, struint al meer dan 60 jaar veilinghuizen, privécollecties en openbare verkopen af voor zijn collectie ‘Postcards of Palestine’. Het is de grootste in zijn soort ter wereld, met 130.000 prentbriefkaarten. De collectie documenteert de geschiedenis van Israël, van de Ottomaanse periode en het Britse Mandaat tot de vroege Pioniers, van de Zesdaagse Oorlog tot het begin van de 21e eeuw. Hij documenteert historische gebeurtenissen van het bezoek van generaal Allenby aan Jeruzalem in 1917 en de aanwezigheid van Lord Balfour bij de grootse opening van de Hebreeuwse Universiteit in 1925 tot de oprichting van de Staat Israël en de opkomst van nieuwe steden zoals Tel Aviv.
‘Groeten uit Nazareth’. (Foto: Hebreeuwse Universiteit)
‘Ik begon als jongetje al postzegels te verzamelen en eindigde met postkaarten, toen ik me realiseerde dat ik in plaats van saaie postzegels, deze mooie kaarten kon verzamelen,’ herinnerde Pearlman zich. ‘Ik bewaarde ze al die jaren in schoendozen in mijn garage. Op een gegeven moment werd de collectie zo groot dat ik mijn auto op straat ging parkeren om plaats te maken voor meer schoenendozen’.
Een ander interessant facet van de collectie is de overvloed aan kunstwerken van toonaangevende 20e eeuwse Bezalel-kunstenaars, zoals Meir Ben Gur Aryeh, Ephraim Lilllien en Ze’ev Raban, en de fotografie van ‘Karimeh Abbud – Lady Photographer’, een van de eerste vrouwelijke fotografen in de Arabische wereld.
Een groot deel van de collectie bestaat uit prentbriefkaarten voor christelijke pelgrims, die van Egypte naar Jeruzalem naar Damascus trokken, de heilige plaatsen onderweg bezochten en hun geliefden prentbriefkaarten stuurden waarop kamelen, palmbomen, bedoeïenen, chassiden, een overvolle Dode Zee stonden afgebeeld, en waarop gedroogde bloemen of Bijbelteksten stonden afgebeeld. ‘Een klassieke boodschap zou luiden: ‘Gisteren waren we in Bethlehem. Vandaag zijn we in Jeruzalem. Morgen gaan we naar Nazareth. Het is hier zo heet!’, deelde Dr. Dani Schrire, directeur van het Folklore Research Center, die samen met professor Hagar Salamon, hoofd van Folklore en Folk-Culture Studies, deze schat toevertrouwd kreeg.
Souvenir uit Haifa, met als inzet de Duitse Tempelierskolonie in Haifa en de Duitse keizer, die het land in 1898 bezocht. (Foto: Hebreeuwse Universiteit)
‘Het meest ontroerende deel van dit verhaal is David Pearlman’s passie voor de collectie. Je kunt zien dat het echt een werk van liefde is geweest en we zijn dankbaar dat hij zijn levenswerk aan onze universiteit heeft toevertrouwd. Het is een geweldige blijk van vertrouwen in onze positie als onderzoeksinstelling van wereldklasse,’ zei Nigel Salomon, Chief Executive van de Britse Vrienden van de Hebreeuwse Universiteit. ‘Het is ook fascinerend om de prentbriefkaarten te lezen die de Britse Tommies in Palestina naar huis stuurden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Op zo’n briefkaart schrijft een soldaat met de naam Walter aan zijn ouders: ‘Ik kan ‘mafish’ zeggen, wat ‘genoeg’ betekent [in het Arabisch], en ik hoop dat de oorlog snel zal eindigen zodat ik weer naar huis kan gaan.’
Een andere soldaat schreef: ‘Ik kwam hier tussen de berg Ebal en de berg Gerizim door. (…) Het is natuurlijk het Sichem, waar Jacob zijn kuddes weidde en Jacob’s bron is hier. Er zijn veel bronnen en dus tuinen, waar ik het eerste groen zag dat ik in maanden had gezien.’
Een andere Britse soldaat verwonderde zich over de bijbelse indruk die de steden om hem heen maakten. Hij zond zijn ouders een briefkaart van het Meer van Galilea en schreef dit bericht op de achterkant: ‘Dit is het beeld dat ik meer dan wie ook in Palestina zou willen zien, maar ik verwacht niet dat ik hiervoor de kans krijg. De man in het bed naast mij was daarboven met de cavalerie en zegt dat het heel fijn is, het water is prachtig schoon en er stromen verschillende mooie beekjes in. Terwijl ze daar verse vis konden halen was dat een mooie afwisseling van het rundvlees. (…) Het meer dat zoveel van Zijn leven op aarde heeft gezien en dat mij zo fascineert.
Volgens Schrire is de betekenis van de collectie niet alleen een kwestie van kwantiteit. David Pearlman deed uitgebreid onderzoek naar zijn prentbriefkaarten en voorzag de onderzoekers van HU van waardevolle aantekeningen en een complete catalogus van zijn collectie, die 1.500 uitgevers van prentbriefkaarten omvat. En Pearlman’s schenking is nu in goede handen: ‘In zekere zin wilde Pearlman deze kaarten terug naar Zion, naar de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Als een collectie eenmaal is aangekomen, schakelen we conserveringsspecialisten in om de collectie volgens de hoogste normen te bewaren. En dan begint de echte pret – onderzoekers van de universiteit, uit verschillende disciplines, zien er naar uit om aan de collectie te gaan werken en de fascinatie te begrijpen, die het Land Israël op de vele bezoekers heeft’.
Het Graf van Rachel in Bethlehem. (Foto: Hebreeuwse universiteit(
In zijn commentaar op dit unieke geschenk aan de Hebreeuwse Universiteit, zei President Asher Cohen, ‘deze buitengewone collectie prentbriefkaarten heeft zijn weg naar Jeruzalem gevonden; het is volkomen terecht dat Israëls toonaangevende centrum van geavanceerd leren en onderzoek nu de thuisbasis en bewaarder is van zo’n opmerkelijke schat die aansluit bij onze andere opmerkelijke collecties – Albert Einstein’s persoonlijke en academische geschriften en het Steven Spielberg Joods Filmarchief’.
Op de vraag naar zijn favoriete prentbriefkaart, liet Pearlman weten: ‘Ik heb geen favoriete prentbriefkaart, maar het is de hele collectie die voelt als een deel van mijn familie. Het zijn allemaal mijn favorieten. Het is alsof je een stukje geschiedenis aanraakt,’ concludeerde hij.
Meer toto’s: Israel21c
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.