
In Europa zijn in de loop van de eenwording van de Europese landen de grenzen voor het zichtbare oog langzamerhand verdwenen. Alles lijkt open te staan, want er lijken geen vijanden meer te zijn in Europa. In de EU herken je grenzen niet aan hekken, maar aan borden of in de navigator. In Israël is het anders, hekken omringen het kleine land Israël in het noorden, oosten en zuiden.
Dus besloten wij – Anat en ik – om op reis te gaan naar de noordelijke en oostelijke grenzen van Israël. In één dag rijden we langs Libanon, Syrië en Jordanië. Om onze mentale grenzen en ons samenzijn in de auto te testen. Gelukkig is het land relatief klein.
Dus gingen we ’s ochtends vroeg op pad. Om tien uur ontbeten we in de noordelijke kustplaats Akko. Daarna gingen we noordwaarts via Kabri naar Schlomi op weg 899. Daar sloegen we links af en reden oostwaarts op Israëls meest noordelijke weg 8993 langs de Libanese grens. Bijna 130 kilometer van Rosh HaNikra in het westen tot Kibboetz Kfar Giladi ten zuiden van Metoella.
Een prachtige en eenzame landweg. Alles bloeit en is groen in Noord-Galilea. Hier en daar werden we verrast door reeën aan de kant van de weg. Het grenshek was maar een paar meter links van ons. Achter het hek zagen we Libanezen op hun velden en enkele gele Hezbollah-vlaggen. Maar files waren er niet, alles was ontspannen en idyllisch.
Aan de Libanese grens was het rustiger dan in het turbulente centrum van het land. Veel plaatsen riepen herinneringen op aan onze tijd in het leger. We dachten er aan terug, hoe we in het weekeinde vanuit dit gebied naar huis liftten. We hadden toen aan de grens of in Libanon zelf gediend, dat was in de tachtiger jaren. De blauwe lucht en zon maakten alles vrediger. Na twee uur waren we in de vallei van Kiryat Shmona. Vanuit het autoraam maakt de Libanese buurman een redelijk vredige indruk. Geen bommen. Het enige dat ons tijdens deze momenten bombardeerde, waren de eindeloze mails en reacties op mijn open brief ‘Laten we eerlijk zijn’.
De Golanhoogten.
We reden verder over autoweg 99 langs de Libanese grens bij Dafna, Tel Dan, Snir naar de Banias-watervallen en tot aan de Golanhoogten. Onderweg hebben we geluncht. Naast ons stroomde de Hazbani-rivier, die van Libanon naar Israël stroomt en uitmondt in de Jordaan. Op de Golanhoogten kozen we autoweg 98, dicht bij de Syrische grens, via kibboetz Merom Golan en kibboetz Ein Sivan naar het drielandenpunt bij Hamat Gader, waar Israël, Syrië en Jordanië samenkomen.
Golanhoogten
Aan de linkerkant reden we 80 kilometer langs het bloedige Syrië. Tien jaar burgeroorlog, meer dan 500.000 doden. Achter het hek leven mensen in angst en in Israël heerst vrijheid. Tot nu toe zijn aan onze kant duizenden ernstig gewonde Syriërs behandeld. Zonder het te willen hebben we de mensen achter het hek vaak wantrouwend aangekeken. Maar ik denk dat de Syriërs hetzelfde zullen voelen. We lieten onze gedachten de vrije loop en praatten en praatten.
Onderweg kwamen we een groep Israëlische soldaten tegen.
Op de zuidelijke Golanhoogten kochten we – al voor de Pesach-avond van volgende week- het beste rundvlees in de omgeving bij Gillis in moshav Nov. De Golanhoogten zijn in deze tijd altijd een tikje groener en de waterreservoirs lopen bijna over. Overal zie je het grijze vulkaansteen aan de oppervlakte komen. Dit is de Golan, het Bijbelse Basan. Een wild land.
De berg Hermon ligt achter ons en wordt steeds kleiner naarmate we verder naar het zuiden rijden. Deze berg wordt niet voor niets de ‘Ogen van Israël’ genoemd. We houden van de Golanhoogten, omdat het oostelijke plateau boven het Meer van Galilea iets gigantisch, mysterieus en vreemds weerspiegelt. Ook dit gebied hebben we in onze soldatentijd heel goed leren kennen, vooral bij trainingen en tijdens manoeuvres.
Het Jordaandal
Om ongeveer half vijf ’s middags waren we bij de zuidelijke oever van het Meer van Galilea aangekomen en we reden in de schemering door de knalgroene Jordaanvallei naar het zuiden, richting Jericho, 120 kilometer. Alles wat groen was waaide in de avondwind en voelde aan als zijde. Maar na Bet Shean werd langzamerhand alles droger. Rechts van ons verdween de zon geleidelijk aan achter de bergen en links van ons glinsterden in het schemerduister de laatste zonnestralen op de kassen op de Jordaanse akkers aan de andere kant, op de Oostelijke Jordaanoever. Maar de Jordaanvallei is het mooiste bij volle maan. Dan lijkt de nacht helderder.
Ook hier scheidt een hek de mensen van elkaar. (Foto: Aviel Schneider)
Voorbij Jericho ging het westwaarts omhoog, via Jeruzalem naar ons moshav. We kwamen ’s avonds iets na zeven uur thuis. 450 kilometer, negen uur rijden in de auto, drie grenzen en één conclusie: grenzen horen bij het leven! Niet om anderen pijn te doen, maar om jezelf te beschermen. Dit geldt ook fysiek en mentaal.
Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.