Steeds meer Israëli’s vragen wapenvergunning aan

Sinds de Gaza-oorlog, een kwartaal geleden, die in enkele steden gepaard ging met pogroms tegen Joodse inwoners en hun bezittingen, werden er 500% meer aanvragen voor wapenvergunningen ontvangen. ‘Elke Jood die een wapen draagt in onze buurt is een zegen’.

Door Ryan Jones |

Afbeelding: Het is eigenlijk heel moeilijk om in Israël een persoonlijke wapenvergunning te krijgen. Foto: Tomer Neuberg/Flash90)

In mei van dit jaar voerde Israël oorlog tegen de terro­ristische macht­hebbers van Gaza. Het verschil met vorige gewa­pende conflicten was nu, dat Hamas erin slaagde delen van Israëls Arabische bevolking op te hitsen, om zich bij de gevechten aan te sluiten, hetgeen leidde tot chaotisch geweld in Israëls gemengde Joods-Arabische steden.

Toen het stof was neergedaald, werd duidelijk dat er drie Joden gedood waren en nog een veel groter aantal gewond, dat 386 Joodse huizen werden geplunderd en er 673 werden beschadigd, en dat er voorts 10 synagogen, 112 huizen en 849 auto’s in brand werden gestoken. Daarentegen waren slechts 13 Arabische huizen beschadigd en 13 Arabische auto’s in brand gestoken. Velen verge­leken de situatie met een anti-Joodse pogrom in het hart van de Joodse Staat. De belangrijkste brandhaarden waren de steden Lod, Ramle, Akko en Haifa.

Joodse inwoners van deze steden meldden herhaal­delijk dat de politie er niet in slaagde het geweld in te dammen en onschuldige burgers te bescher­men tegen de rel­schoppers, van wie sommigen zelfs hun eigen buren waren. Als gevolg daarvan willen steeds meer mensen zich nu van een wapen voorzien om zichzelf te kunnen beschermen.

Sinds half mei heeft het ministerie van Binnenlandse Veiligheid 10.580 aanvragen ontvangen voor vergun­ningen om een persoonlijk vuur­wapen te mogen bezitten. Dat is een stijging van 500% ten opzichte van dezelfde periode in de jaren voor de onrust.

Tzur Ra’anan, een inwoner van Lod, vertelde aan Makor Rishon, dat hij jarenlang geweigerd heeft om een vuur­wapen te dragen, maar dat hij het nu als een basisbehoefte beschouwt.

‘Iedereen die tijdens de rellen in Lod was, begrijpt dat je niet alleen op de ordehand­havers en veilig­heids­troepen kunt vertrouwen’, zei Ra’anan. ‘De huizen van veel van onze buren werden bekogeld met stenen, er werd op straat geschoten en mensen probeerden in te breken in mijn huis. Ik ging naar bed met een hamer, zodat ik iets zou hebben om mezelf en mijn familie te kunnen beschermen’.

Israëlische vrouw op een schietbaan in Herzliya. In tegenstelling tot wat velen denken, bezitten de meeste Israëli’s geen wapen. (Foto: Tomer Neuberg/Flash90)

Oz Abramovich is een lokale buurtbeveiliger. Hij is blij dat Raanan zijn naam heeft laten toevoegen aan de korte lijst van gewapende bewoners.
‘Elke Jood hier in de buurt die een vuurwapen draagt is een zegen’, vertelde hij de krant. ‘Hij is weer een persoon die zichzelf en anderen kan beschermen. De eerste nacht van de rellen waren er hier mensen die de politie belden, maar geen hulp kregen. Dus namen we contact op met gewa­pende burgers, en ieder nam de verant­woor­de­lijk­heid voor de bescher­ming van een bepaalde straat, gebouw of gebied in de buurt.

Minister wil minder particu­liere vuur­wapens
De sterke toename van het aantal aanvragen voor wapen­vergunningen komt op een moment dat de nieuwe minister van Binnen­landse Veilig­heid, Omer Bar-Lev, probeert het aantal particu­liere vuur­wapens in het land te verminderen.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is er in Israël geen sprake van een grote hoeveel­heid particuliere vuur­wapens. Slechts ongeveer 140.000 particu­lieren hebben een wapen­vergunning. Daarnaast zijn er natuurlijk de IDF-soldaten en leden van de veiligheids­diensten, die te allen tijde gewapend zijn.

Toch wil minister Bar-Lev dat het aantal particuliere wapens vermindert. Maar zo kort na de rellen van mei lijkt dat streven onwaarschijnlijk. Het gaat ook in tegen het meer populaire beleid van de vorige door Likoed geleide regering. Bar-Lev’s onmiddellijke voor­gangers, Amir Ohana (Likoed) en Gilad Erdan (Likoed), hebben beiden het recht om vuur­wapens voor persoonlijk gebruik aan te schaffen sterk uitgebreid, tot zo’n 500.000 extra burgers, die voorheen in gewa­pende eenheden van de IDF hebben gediend.

Ohana legde destijds uit, dat meer wapens in de handen van verant­woor­de­lijke en goed opgeleide burgers daad­werkelijk zou helpen om het geweld te verminderen en terrorisme tegen te gaan:

‘Burgers die weten hoe ze wapens moeten hanteren en dragen in het openbaar, geven een groter gevoel van veiligheid en vormen een belangrijke bescher­ming tegen terrorisme’, zei Erdan destijds.

Ohana voegde daaraan toe: ‘Het is tijd om een einde te maken aan het gevaar­lijke beleid van de afgelopen decennia, dat onze burgers dwingt om zich tegen terroristen te verdedigen met gitaren, winkel­wagentjes, pizza-borden en paraplu’s. Een burger zonder strafblad en zonder gezond­heids­problemen, die reservist is of was, moet zichzelf en anderen kunnen verdedigen. Zo iemand is niet het probleem maar de oplossing voor onze veiligheids­situatie’.

Een paar jaar geleden, tijdens het hoogtepunt van de ‘messenintifada’, drong de toenmalige burge­meester van Jeruzalem, Nir Barkat (nu lid van de Likoed in de Knesset) er bij de inwoners van zijn stad op aan, om gewapend over straat te gaan. ‘Het bezit van wapens versterkt het vertrouwen van de bewoners, die weten dat er naast de politie veel mensen zijn die niet bang zijn om in te grijpen’, benadrukte Barkat.

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.