Shabbatslezingen: Wat is de ‘truc’ voor een goed leven?

Voordat Mozes het volk achterliet en de berg opklom, zijn dood tegemoet, gaf hij de opdracht om na de oogst samen met de Levieten en de vreem­de­lingen die bij u wonen, een feest­maal houden met al het goede dat u en uw familie van Hem hebben ontvangen.

Door Anat Schneider |

Commentaar gaat verder na de Bijbelgedeelten

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Ki Tavo (Wanneer u binnengaat) zijn:
✡ Torahlezing: Deuteronomium 26:1 – 29:8,
✡ Profetenlezing: Jesaja 60:1-22,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Lukas 24:44-53.
In verband met het thema wijken we daar van af.

Gedeelten uit de Torahlezing
En wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft, en u dat in bezit neemt en erin woont, moet het zó zijn dat u van de eerstelingen neemt van alle vruchten van het land, die u binnenhaalt van uw land, dat de HEERE, uw God, u geeft; en u moet die in een korf leggen en naar de plaats gaan die de HEERE, uw God, zal uitkiezen om Zijn Naam daar te laten wonen. U moet naar de priester gaan die er in die dagen zal zijn, en tegen hem zeggen: Ik verklaar heden voor de HEERE, uw God, dat ik gekomen ben in het land dat de HEERE onze vaderen gezworen heeft ons te geven. Daarop zal de priester de korf uit uw hand nemen en die neerzetten voor het altaar van de HEERE, uw God.
Dan moet u voor het aangezicht van de HEERE, uw God, betuigen en zeggen: ‘Mijn vader was een verloren Syriër. Hij trok naar Egypte en verbleef daar als vreemdeling met weinig mensen, maar hij werd daar tot een groot, machtig en talrijk volk. Maar de Egyptenaren deden ons kwaad, onderdrukten ons en gaven ons harde slavenarbeid te verrichten. Toen riepen wij tot de HEERE, de God van onze vaderen; en de HEERE verhoorde onze stem en Hij zag onze ellende, onze moeite en onze onder­drukking. En de HEERE leidde ons uit Egypte, met een sterke hand, met een uitge­strekte arm, met grote ontzag­wek­kende daden, met tekenen en met wonderen. En Hij bracht ons naar deze plaats en gaf ons dit land, een land dat overvloeit van melk en honing. En nu, zie, ik heb de eerstelingen van de vruchten van het land dat U, HEERE, mij gegeven hebt, gebracht.’
Dan moet u ze neerzetten voor het aangezicht van de HEERE, uw God, en u neerbuigen voor het aangezicht van de HEERE, uw God, en u verblijden over al het goede dat de HEERE, uw God, aan u en uw gezin gegeven heeft; u, de Leviet, en de vreemdeling die in uw midden is.

Deuteronomium 26:1-11 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
Het volk Israël was door God uitgekozen en apart gezet, het was heilig voor de Heer als zijn eersteling onder de volken. Toch beklaagt de Heer zich over het volk, omdat het ontrouw is geworden aan zijn hoge roeping en zijn God ontrouw is geworden.

Het woord van de HEERE kwam tot mij: Ga ten aanhoren van Jeruzalem prediken: Zo zegt de HEERE: Ik denk aan u, aan de genegen­heid van uw jeugd, aan de liefde van uw bruids­dagen, toen u achter Mij aan ging in de woestijn, in een land waarin niet wordt gezaaid. Israël was heilig voor de HEERE, de eersteling van Zijn opbrengst. Allen die deze opaten, werden schuldig, onheil kwam over hen, spreekt de HEERE.
Hoor het woord van de HEERE, huis van Jakob en alle geslachten van het huis van Israël: Zo zegt de HEERE: Wat voor onrecht hebben uw vaderen in Mij gevonden, dat zij zich ver van Mij hebben gehouden, dat zij achter nietige dingen zijn aan gegaan – en zelf nietig zijn geworden – dat zij niet zeiden: Waar is de HEERE, Die ons uit het land Egypte geleid heeft, Die ons in de woestijn deed gaan, in een land van wildernis en kuilen, in een land van dorheid en schaduw van de dood, in een land waar niemand doorheen trok en waar geen mens woonde? Ik bracht u in een vruchtbaar land, om de vrucht daarvan en het goede ervan te eten. Maar toen u daarin kwam, verontreinigde u Mijn land en hebt u Mijn eigendom tot een gruwel gemaakt.

Jeremia 2:1-7 (HSV).

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Wanneer de eerstelingen naar de Tempel werden gebracht, symboliseerde dit, dat de gehele oogst aan God toebehoort. Op dezelfde manier symboliseert de dood en opstanding van Christus als eersteling, dat ieder die Hem toebehoort Hem zal volgen in de opstanding uit de dood.

Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Ieder echter in zijn eigen orde: Christus als Eersteling, daarna wie van Christus zijn, bij Zijn komst. Daarna komt het einde, wanneer Hij het koningschap aan God en de Vader heeft overgegeven, wanneer Hij alle heerschappij en alle macht en kracht heeft tenietgedaan. Want Hij moet Koning zijn, totdat Hij alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd.
1 Korinthe 15:19-25 (HSV).

Wat is de ‘truc’ voor een goed leven?

Vlak voordat Mozes het volk achterliet en de berg opklom, zijn dood tegemoet, vlak voordat de kinderen van Israël het beloofde land binnengingen, sprak Mozes zijn laatste woorden als leider van het volk. Het ging over zeer belangrijke zaken, richtlijnen voor de toekomst betreffende hun gedrag als hijzelf niet langer bij hen zou zijn. Zijn laatste fundamentele opdracht luidde:
‘Daarna mag u, samen met de Levieten en de vreemdelingen die bij u wonen, een feestmaal houden met al het goede dat u en uw familie van Hem hebben ontvangen…’ (Deuteronomium 26:11).

Mozes legt het volk uit dat ze een keuze hebben tussen twee dingen: Het goede leven: vestiging in het land; een goed, voorspoedig en comfor­tabel leven vol overvloed. Hoofdstuk 28 staat vol zegeningen die volgen op gehoor­zaam­heid en vreugde­volle dank­baar­heid aan God. Het werkt als een wiel. Waar vreugde is, is voorspoed. Waar dank­baar­heid is, daar is vrucht­baar­heid. Als deze emoties de overhand hebben, kan niemand ons eronder krijgen. Als de stemming zo positief is, dan bevinden we ons op de top van de wereld. Dan zijn we een hoofd en niet een staart. ‘De Heer zal u altijd de eerste plaats laten bekleden en nooit de laatste. U zult iedereen voorbijstreven en nooit achterop raken…’ (Deuteronomium 28:13).

En wat is het slechte leven? In het slechte leven kunnen we alles hebben wat ons hartje begeert, maar we zijn er niet blij mee. We verheugen ons er niet langer over en danken er niet meer voor. En dan volgen de vloeken. Op het moment dat we ons niet langer verheugen in wat we hebben, zijn we het al kwijt. Als we stoppen met danken voor wat we hebben ontvangen, zullen we niets vinden om dankbaar voor te zijn. Als we ons niet langer bewust zijn van het goede dat ons ten deel valt, zal ons leven niet langer goed zijn. En als Mozes profeteert over het slechte, noemt hij ook alles bij naam: ziektes en vijanden, epidemieën, dwaasheid enz. enz..

Het ergste van alles is nog het verliezen van je vaderland: verbanning, tot slaaf gemaakt worden, je identiteit verliezen. Het is moeilijk om verbannen te zijn en in een plaats te wonen waar je je verloren en gevangen voelt. Het is moeilijk om je te verheugen als je verbannen bent, omdat er dan niets van jou is.

Verbanning hoeft niet altijd te betekenen dat je in een ander land woont. We kunnen ons zelfs verbannen voelen in ons eigen huis. Als we ons onder dwang van anderen bevinden en angstig worden, zijn we al verbannen. Als boosheid, verdriet, pijn en schuld de vreugde wegnemen, dan zijn we al verbannen.

Dit gedeelte uit de Torah maakt ons duidelijk wat er gebeurt als we een te grote plaats geven aan gedachten als: ‘Ik heb niet…’ of ‘Ik mis dit of dat …’ We leggen dan teveel nadruk op gemis en pijn. Zulk gedrag neemt onze vreugde weg, en dan gaat de spiraal snel naar beneden. De weg terug, naar God, naar onszelf – is afhankelijk van onze reactie. Het hangt af van de instelling waarmee we onze reis in deze wereld maken.

We moeten leren ons af te keren van een houding waarin we alleen kijken naar wat we niet hebben, en ons keren wat we wèl hebben gekregen. We mogen leren het glas halfvol te zien. Zo’n houding zorgt ervoor dat onze vreugde terug­keert, en wat daarop volgt is pure zegen. We zullen uit onze ‘balling­schap’ worden terug­gebracht naar het huis van God.

Dit artikel verscheen eerder in het Israel Today Magazine van oktober 2020. Klik hier voor een abonnement.