Shabbatslezingen: Verblijven in Gods rust

In tijden van crisis bidden we, maar we moeten ook niet vergeten onze door God opgedragen rol te spelen. We hebben perioden van rust nodig om na te denken, ons leven te evalueren en ons ervan vergewissen dat wij in overeenstemming zijn met onze Schepper.

Door Anat Schneider |

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Wayachel (En hij deed samenkomen) en Pekoede (Dit zijn de kosten) zijn:

✡ Torahlezingen: Exodus 35 – 40,
✡ Profetenlezing: 1 Koningen 7:40 – 8:21,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Hebreeën 8:1-13 en 9:1-11.

Een gedeelte uit de Torahlezing
[Mozes] richtte ten slotte de voorhof op, rondom de tabernakel en het altaar, en hij hing het gordijn van de poort van de voorhof op. Zo voltooide Mozes het werk. Toen overdekte de wolk de tent van ontmoeting, en de heerlijkheid van de HEERE vervulde de tabernakel, zodat Mozes de tent van ontmoeting niet kon binnen­gaan, omdat de wolk daarop bleef en de heerlijk­heid van de HEERE de tabernakel vervulde.
Telkens als de wolk opsteeg van boven de tabernakel, braken de Israëlieten op tijdens al hun tochten. Maar als de wolk niet opsteeg, braken zij niet op, tot op de dag dat hij opsteeg. Want de wolk van de HEERE was overdag op de tabernakel, en ’s nachts was er een vuur in, voor de ogen van heel het huis van Israël tijdens al hun tochten.

Exodus 40:33-38 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
En het gebeurde, toen de priesters uit het heiligdom gingen, dat de wolk het huis van de HEERE vervulde. Vanwege de wolk konden de priesters niet blijven staan om dienst te doen, want de heerlijkheid van de HEERE had het huis van de HEERE vervuld.
Toen zei Salomo: De HEERE heeft gezegd in een donkere wolk te zullen wonen. Ik heb immers een huis gebouwd als woning voor U, een vaste woonplaats voor U, in alle eeuwigheid.
Daarna keerde de koning zich om en zegende heel de gemeente van Israël, terwijl heel de gemeente van Israël stond. Hij zei: Geloofd zij de HEERE, de God van Israël, Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en dat met Zijn hand heeft vervuld.

1 Koningen 8:10-15 (HSV).

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
Nu had ook het eerste verbond verordeningen voor de eredienst en het aardse heiligdom. Er was immers een tabernakel ingericht en in het eerste gedeelte daarvan was de kandelaar en de tafel met de toon­broden. Dat werd het heilige genoemd. Maar achter het tweede voorhangsel was het gedeelte van de tabernakel dat het heilige der heiligen werd genoemd, met een gouden wierookvat en de ark van het verbond, die geheel met goud overtrokken was. In deze ark lagen de gouden kruik met het manna en de staf van Aäron, die gebloeid had, en de stenen tafelen van het verbond. En boven op deze ark waren de cherubs van Gods heerlijkheid, die het verzoendeksel overschaduwden. Over deze dingen zullen wij nu niet stuk voor stuk spreken.
Dit alles was dus zo ingericht. In het eerste deel van de tabernakel gingen de priesters voortdurend binnen om de diensten te volbrengen. In het tweede deel echter ging alleen de hogepriester eenmaal per jaar binnen, niet zonder bloed, dat hij voor zichzelf offerde en voor de afdwalingen van het volk. Daarmee maakte de Heilige Geest dit duidelijk dat de weg naar het heiligdom nog niet openbaar gemaakt was, zolang de eerste tabernakel nog in gebruik was. Deze was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd. In overeenstemming daarmee werden er gaven en slachtoffers geofferd die niet in staat waren om hem die de dienst verrichtte, wat zijn geweten betreft tot volmaaktheid te brengen. Het betrof hier alleen voedsel en dranken en verscheidene wassingen, vleselijke verordeningen, die opgelegd waren tot op de tijd van de betere orde.

Hebreeën 9:1-10(HSV).

Soms is het verrassend hoe gemakkelijk mensen gewend kunnen raken aan ongewone omstandigheden. Uitsluitend thuis leven is een tweede natuur geworden. Het is interessant dat, hoewel ik meestal binnenshuis en op één plaats ben, ik zelfs meer uitgeput ben dan wanneer ik normaal op stap ben.

Dat komt omdat we onder onnatuurlijke omstandigheden leven, die grotere inspanningen vergen om op ons werk geconcentreerd te blijven, en daarbij de afleidingen van het thuis-zijn te vermijden. Sociale afstand vergt ook een mentale tol van mensen, wat nog meer energie onttrekt.

We moeten ervoor zorgen, dat deze omstandigheden ons niet ook van onze geestelijke gezondheid afleiden. Het lezen van het wekelijkse Torah-gedeelte kan bemoeilijkt worden, omdat we ons op de crisis richten, op onze relaties met onze familie of op onze geestelijke gezondheid. Maar, zoals gewoonlijk, is het gedeelte van deze week bemoedigend en verfrissend.

We lazen Exodus 40:33-38. Vers 33 eindigt met ‘Zo voltooide Mozes het werk’. Dit werk dat voltooid is, verwijst naar de Tabernakel, die werd besproken in de hoofdstukken van deze week. In het Hebreeuws staat er hetzelfde woord dat in Genesis wordt gebruikt wanneer God de schepping voltooide en op de zevende dag rustte.

De Schepper moet wat tijd nemen om uit te rusten van zijn schepping. Hier betekent ‘voltooien’ niet dat het ophoudt te bestaan en niet verder zal gaan. In plaats daarvan verwijst het naar een korte pauze in een zich voordoend proces. Aangezien wij naar Gods beeld zijn geschapen, moeten wij ook gebruik maken van deze zelfde onder­brekingen; een tijd van rust, her-evaluatie en verjonging van onze geest. Dit is precies de situatie waarin wij ons vandaag bevinden.

Bovendien gunnen wij de wereld en de natuur in wezen een korte onder­breking van de mensheid. Terwijl wij tijdens de lockdown vastzaten in onze huizen, rustte de natuur uit en herstelde van de voort­durende aanwezig­heid van de mensheid. De bomen en planten ademden de frisse lucht in, die minder vervuild is tijdens ons isolement. Hoewel deze tijd van rust ons was opge­drongen, lijkt het erop dat dit de natuurlijke gang van zaken is in de wereld sinds de schepping. Ook in de natuur bestaat een tijd voor rust, niet alleen bij mensen.

In het Torah gedeelte is het duidelijk dat het volk Israël behoefte had aan deze tijd van rust. Zij waren voort­durend bezig met hun werk, klaagden vaak over hun situatie en hun geloof begon zwak te worden. Op sommige momenten riep het volk het uit om terug te keren naar Egypte, met het argument dat slavernij beter was dan zwerven in de woestijn. Hoe vaak hebben wij dat zelf niet gedaan? Wij vergeten vaak de geestelijke vrijheid die God ons heeft geschonken, omdat we geen perioden van rust nemen om na te denken, omdat we ons leven niet evalueren en ons ervan vergewissen dat wij in overeenstemming zijn met onze Schepper.

Hieruit blijkt dat wij vaak Gods tussenkomst nodig hebben om ons te dwingen te stoppen met wat we doen en uit te rusten. Bijvoorbeeld, zoals in Exodus 40 wordt beschreven, hadden zij de wolk nodig die de tabernakel bedekte toen deze geheel gevuld was met de heerlijk­heid van de Heer. Soms hebben we God nodig om in te grijpen in deze wereld en ons te dwingen aan zijn heerlijkheid en aanwezigheid te worden herinnerd.

Maar wij moeten ook een wezenlijke rol spelen. We moeten niet alle verantwoordelijkheid bij God leggen om in te grijpen, ons eraan te herinneren en de verandering in ons te voltooien. We moeten pro-actief zijn en trouw reageren op de kans die ons genereus gegeven is. Wij moeten ons bezinnen op ons leven, onszelf verjongen en het doel grijpen dat God ons bij onze geboorte heeft gegeven, ons geloof en onze relatie versterken. Maar dit zal niet gebeuren tenzij we actie ondernemen en deze periode van rust benutten. Spoedig zal de Tabernakel, of in onze werkelijkheid, de wereld waarin wij nu leven, zijn energieke routine hervatten. Maar tot die tijd moeten wij een stap van geloof zetten en onszelf herinneren aan ons doel en onze waarde volgens onze Schepper.