Shabbatslezingen: Leid ons niet in verzoeking

De tovenaar Bileam was ingehuurd door de bange koning van Moab, om het naderende volk Israël te ver­vloe­ken vóór de strijd. Toen God hem daarvan weer­hield, kwam hij met Plan B: verleid het volk met afgo­den­offers en mooie meiden, dan zal God hen wel ver­nie­tigen.

Door Redactie Israeltoday.nl |

Dat doet me denken aan wat er in de Knesset gebeurt: nu de rechtse partijen door leiders met grote ego’s en verdeeldheid samen geen regering konden vormen, proberen zij Plan B: het ten val brengen van de wankele Regering van Verandering, door veel tegen te stemmen.

De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Balak, (Balak, vernietiger) zijn:
✡ Torahlezing: Numeri 22:2 – 25:9,
✡ Profetenlezing: Micha 5:6 – 6:8,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Romeinen 11:25-32.
In verband met het thema wijken we daar van af.

Gedeelten uit de Torahlezing
Wanneer het de tovenaar Bileam niet lukt om het volk Israël te vervloeken, omdat God hem tegenhoudt, legt hij zich daar niet bij neer. Terwijl hij weet, dat God het volk zal zegenen, legt hij een struikelblok voor hen neer met zijn advies, het volk te verleiden tot afgoderij en ontucht.

Israël verbleef in Sittim, en het volk begon hoererij te bedrijven met de dochters van Moab. Die nodigden het volk uit bij de offers aan hun goden, en het volk at en boog zich voor hun goden neer. Toen Israël zich zo aan Baäl-Peor koppelde, ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël. De HEERE zei tegen Mozes: Neem alle hoofden van het volk en laat hen voor de HEERE in de volle zon ophangen, zodat de brandende toorn van de HEERE van Israël afgekeerd wordt.Toen zei Mozes tegen de rechters van Israël: Ieder moet zijn mannen doden die zich aan Baäl-Peor gekoppeld hebben.
En zie, een man uit de Israëlieten kwam en bracht een Midianitische vrouw bij zijn broeders, voor de ogen van Mozes en voor de ogen van heel de gemeen­schap van de Israëlieten, terwijl zij huilden bij de ingang van de tent van ontmoeting. Toen Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, dat zag, stond hij op uit het midden van de gemeen­schap, nam een speer in zijn hand, ging achter de Israëlitische man aan het slaap­vertrek in, en doorstak hen beiden, zowel de Israëlitische man als de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag over de Israëlieten tot stilstand gebracht. Het aantal van hen die aan de plaag stierven, was vierentwintigduizend.

Numeri 25:1-9 (HSV).

Een gedeelte uit de Profetenlezing
In deze psalm vraagt de dichter aan God, om te zien naar zijn volk, ondanks hun vele zonden. Hij noemt die op, tijdens de hele uittocht, en God strafte het volk terecht met verdrukking en ballingschap.

Ook koppelden zij zich aan Baäl-Peor, zij aten de offers voor de doden. Zij verwekten de HEERE tot toorn met hun daden, zodat er een plaag onder hen uitbrak. Toen stond Pinehas op en oefende gericht en de plaag werd tot stilstand gebracht. Het is hem gerekend tot gerechtigheid, van generatie op generatie, tot in eeuwigheid.
Psalm 106:28-31 (HSV).

Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
In de gemeente van Pergamus was een zonde binnen­geslopen, dezelfde zonde als waartoe de Moabieten de Israëlieten verleidden, op advies van Bileam: je geest is verlost, wat doet het er toe wat je met je lichaam doet?

En schrijf aan de engel van de gemeente in Pergamus: Dit zegt Hij Die het twee­snijdende, scherpe zwaard heeft: Ik ken uw werken en weet waar u woont, namelijk waar de troon van de satan is. U houdt vast aan Mijn Naam, en u hebt het geloof in Mij niet ver­loochend, zelfs niet in de dagen van Antipas, Mijn trouwe getuige, die gedood werd bij u, waar de satan woont.
Maar Ik heb enkele dingen tegen u, namelijk dat u daar mensen hebt die zich houden aan de leer van Bileam, die Balak leerde voor de Israëlieten een struikel­blok neer te leggen, opdat zij afgoden­offers zouden eten en hoererij bedrijven.

Openbaring 2:12-14 (HSV).

Voor een uitwerking van deze sidra voor een Bijbelleeskring, zie Numeri-25

Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.