
De Bijbelgedeelten voor de komende Shabbat Wayetze (En hij vertrok) zijn:
✡ Torahlezing: Genesis 28:10 – 32:3,
✡ Profetenlezing: Hosea 11:7 -14:9,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Johannes 1:19-51.
Lees de uitleg na de tekstgedeelten
Gedeelten uit de Torahlezing
Jakob nu vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Hij bereikte de plaats waar hij overnachtte, want de zon was ondergegaan. Hij nam een van de stenen van die plaats, maakte daar zijn hoofdkussen van, en legde zich op die plaats te slapen.
Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder geplaatst, waarvan de top de hemel raakte, en zie, de engelen van God klommen daarlangs omhoog en omlaag. En zie, de HEERE stond boven aan die ladder en zei: Ik ben de HEERE, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven. Uw nageslacht zal talrijk zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb!
Toen Jakob uit zijn slaap ontwaakte, zei hij: De HEERE is werkelijk op deze plaats, en ik heb het niet geweten. Daarom was hij bevreesd en zei hij: Hoe ontzagwekkend is deze plaats! Dit is niets anders dan het huis van God en de poort van de hemel.
Daarna stond Jakob ’s morgens vroeg op. Hij nam de steen waar hij zijn hoofdkussen van gemaakt had, zette die overeind als een gedenkteken en goot er olie op. Hij gaf die plaats de naam Bethel, hoewel de naam van de stad eerst Luz was.
Jakob legde een gelofte af en zei: Als God met mij zal zijn en mij zal beschermen op deze weg, waar ik op ga, en mij brood zal geven om te eten en kleren om aan te trekken, en ik in vrede in het huis van mijn vader zal terugkeren, dan zal de HEERE mij tot een God zijn. Deze steen, die ik als gedenkteken overeind gezet heb, zal een huis van God zijn. En van alles wat U mij geven zult, zal ik U zeker het tiende deel geven.
Genesis 28:10-22 (HSV).
Een gedeelte uit de Profetenlezing
De HEERE heeft een rechtszaak met Juda. Hij zal Jakob vergelden naar zijn wegen, Hij zal zijn daden op hem doen terugkeren.
In de moederschoot pakte hij zijn broer bij de hielen; in zijn kracht streed hij met God. Hij streed met de Engel en overwon; wenend vroeg hij Hem om genade.
In Bethel vond Hij hem, en daar sprak Hij met ons, namelijk de HEERE, de God van de legermachten, HEERE is Zijn gedenknaam. En u, bekeer u tot uw God, houd u aan goedertierenheid en recht, zie voortdurend uit naar uw God.
Jakob vluchtte naar het gebied van Syrië, Israël diende om een vrouw en om een vrouw hoedde hij vee.
Hosea 12:3-7 en 13 (HSV).
Gedeelten uit het Nieuwe Testament
Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. En Nathanaël zei tegen hem: Kan uit Nazareth iets goeds komen? Filippus zei tegen hem: Kom en zie.
Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u.
Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël. Jezus antwoordde en zei tegen hem: Omdat Ik tegen u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgenboom, gelooft u. U zult grotere dingen zien dan deze. En Hij zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.
Johannes 1:46-52 (HSV).
De droom – Jakobs reis en de onze
Het Torah gedeelte in Genesis 28 begint met: Wayetze Ya’akov – ‘En Jakob ging op weg…’
Terwijl hij onder de sterren sliep aan het begin van zijn reis,
… Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder geplaatst, waarvan de top de hemel raakte, en zie, de engelen van God klommen daarlangs omhoog en omlaag. (Genesis 28:12)
Elke goede reis begint met een droom. In zijn droom ziet Jakob een ladder met engelen die opstijgen en afdalen. Om een droom uit te laten komen en werkelijkheid te laten worden, moet hij ook gegrond zijn, dat wil zeggen dat de droom niet los van de werkelijkheid kan staan, anders is het slechts een fantasie. Maar als hij zo gegrond is, is de hemel de grens.
De beweging van de engelen fascineert me. Een deel van de tijd zijn de engelen hier beneden onder ons, om ons te dienen. De beweging op de ladder in de droom geeft ook de ups en downs aan die elke reis, hoe gezegend ook, met zich meebrengt. Ondanks de zegen en het gevoel van zijn bestemming, wanneer Jakob ontwaakt uit zijn droom en de werkelijkheid ontmoet, lijkt de toekomst niet veelbelovend.
Hij begint zijn reis eigenlijk op een dieptepunt, een ‘downer’:
• ‘Afdalend’ uit zijn land.
• Vluchtend om aan zijn broer te ontsnappen.
• Hij verlaat zijn ouders.
• Het gaat het onbekende tegemoet.
• Hij wordt overspoeld met twijfel, en vreest voor zijn overleven.
Wanneer we op die plaats zijn waar we niets meer te verliezen hebben, zijn we bereid alles te doen om te overleven. Dit zijn de momenten waarop Jakob zichzelf toestaat iets te doen wat niemand tot dan toe had gedaan. Om een deal te sluiten met God.
Hij stelt voorwaarden:
Jakob legde een gelofte af en zei: Als God met mij zal zijn en mij zal beschermen op deze weg, waar ik op ga, en mij brood zal geven om te eten en kleren om aan te trekken, en ik in vrede in het huis van mijn vader zal terugkeren, dan zal de HEERE mij tot een God zijn. Deze steen, die ik als gedenkteken overeind gezet heb, zal een huis van God zijn. En van alles wat U mij geven zult, zal ik U zeker het tiende deel geven. (Genesis 28:20-22)
In mijn parafrase, zegt Jakob tegen God:
‘Wilt U dat ik de weg ga die U voor mij hebt uitgestippeld? Prima, maar ik zal het op mijn voorwaarden doen, want ook ik heb mijn eigen wil. Als u God bent, zult u uw deel van het contract nakomen. Dan zal ik ook mijn deel vervullen.’
En wat wil Jakob? Hij vraagt eenvoudigweg om basisbehoeften. Bescherming, voedsel, kleding voor zijn lichaam, en veilig thuiskomen. En met die voorwaarden vertrekt hij weer op reis, en God blijkt flexibel en bereid tot onderhandelen en is ook de eerste om Zijn deel van het contract na te komen.
God beschermt Jakob en geeft hem een gezin. Jakob heeft te eten en kleren om aan te trekken.
Nu wacht God op Jakob om zijn kant van de afspraak na te komen. Net als op de ladder in de droom. God voert de beweging uit van boven naar beneden. God daalt af naar Jakob, vervult Zijn deel en wacht op Jakob om op te stijgen naar Hem.
Wachten, geduldig volhouden, is een belangrijk deel van dit verhaal. Jakob ‘houdt vast’ aan zijn geliefde Rachel. Leah wacht op Jakobs liefde. Rachel wacht om zwanger te worden.
Het is vooral ontroerend om te zien hoe God lang en in stilte wacht, zonder haast te hebben, op het moment dat Jakob aan het verbond zal denken. God wacht met verwachting, 21 jaar lang.
Wachten en geduld zijn noodzakelijk. Zij zijn een zeer belangrijk goed voor de rijping van de tijd. Het is niet genoeg te weten wat de roeping is. We zien hier dat kennis alleen niet genoeg is voor Jakob.
We gaan door een uitgebreide voorbereiding en rijping om de roeping te vervullen, een heleboel ups en downs. Op het eerste gezicht leken het leven, het huwelijk, de kinderen, het werk en het comfort Jakob de droom te doen vergeten, zijn aandeel in de opdracht te doen vergeten.
Hij verbleef vele jaren in Haran bij Laban, zijn schoonvader. En zoals met elk goed verhaal, moet er iets gebeuren dat ons uit onze ‘sluimering’ doet ontwaken. Iets dat ons terugbrengt naar onze essentie. Iets dat ons eraan herinnert waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Iets dat ons zal doen beseffen dat de rol van onze huidige situatie voorbij is en dat er iets anders, beters is, waarnaar we snel naar toe moeten gaan.
In Jakobs geval is die wakeup call de geboorte van Jozef, de zoon van zijn geliefde Rachel. Deze geliefde zoon is degene die Jakob deed beseffen dat hij in een vreemd land woonde, werkend voor vreemden, zijn kinderen opvoedend in een land dat niet van hem was, ver van zijn vader, ver van zijn God, ver van zichzelf.
Jakob, die vanaf het begin Jozef als erfgenaam zag, realiseert zich dat hij niets te erven heeft op hun huidige locatie. Dan herinnert hij zich de zegen. Hij herinnert zich de droom en hij begint zijn lot te begrijpen. De tijd is gekomen om zijn deel te doen en zich opnieuw met God te verbinden, zich opnieuw met zijn essentie te verbinden, zijn missie te begrijpen en in vrede naar zijn huis terug te keren.
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.