De Bijbelgedeelten voor de komende shabbat Tetzaveh (U zult bevelen) zijn:
✡ Torahlezing: Exodus 27:20 – 30:10,
✡ Profetenlezing: Ezechiël 43:10-27,
✡ Brit Chadashah, Nieuwe Testament: Hebreeën 13:10-16.
In verband met het thema wijken we daar van af.
Een gedeelte uit de Torahlezing
Voor het gordijn, waarachter de Ark staat, wordt elke ochtend en avond op het wierookaltaar reukwerk gebrand. Een lieflijke reuk omhulde de Ark, als symbool van de dankzeggingen en gebeden die dagelijks opstijgen naar God. Dit bijzondere reukwerk mocht niet voor een ander doel worden gebruikt, en er mocht geen ander reukwerk op het altaar worden gebracht. We kunnen God niet dienen op een eigenwijze manier.
U moet ook een altaar voor het branden van reukwerk maken. Van acaciahout moet u het maken; zijn lengte moet een el zijn en zijn breedte een el – vierkant moet het zijn – en zijn hoogte twee el. De bijbehorende hoorns moeten er één geheel mee vormen. U moet dat vervolgens met zuiver goud overtrekken, zijn bovenkant, zijn wanden rondom, en zijn hoorns. Ook moet u er een gouden rand omheen maken. Ook moet u er twee gouden ringen voor maken, onder de rand ervan; aan zijn beide kanten moet u die maken, aan weerskanten ervan. Ze moeten dienen als houders voor de draagbomen om het altaar daarmee te dragen. Verder moet u de draagbomen van acaciahout maken en ze met goud overtrekken.
U moet het vervolgens vóór het voorhangsel, dat voor de ark van de getuigenis hangt, plaatsen, vóór het verzoendeksel, dat boven de getuigenis is, waar Ik u zal ontmoeten. En Aäron moet daarop geurig reukwerk in rook laten opgaan. Elke morgen als hij de lampen in orde gebracht heeft, moet hij het in rook laten opgaan. Ook als Aäron de lampen tegen het vallen van de avond zal aansteken, moet hij het in rook laten opgaan. Het moet een voortdurend reukwerk zijn voor het aangezicht van de HEERE, al uw generaties door. U mag daarop geen ander reukwerk in rook op laten gaan, geen brandoffer of graanoffer. En u mag daarop geen plengoffer uitgieten.
Aäron moet dan eenmaal per jaar aan de hoorns van het altaar verzoening doen met een deel van het bloed van het zondoffer ter verzoening. Eenmaal per jaar moet hij aan de hoorns verzoening doen, al uw generaties door; het is allerheiligst voor de HEERE.
Exodus 30:1-10 (HSV).
Een gedeelte uit de Profetenlezing
Een psalm die huppelt van vreugde over de goedheid van God onze Schepper. Een psalm die oproept om naar de Tempel in Jeruzalem te gaan en daar God te loven met liederen en gebeden.
Juich voor de HEERE, heel de aarde; dien de HEERE met blijdschap, kom voor Zijn aangezicht met vrolijk gezang.
Weet dat de HEERE God is; Híj heeft ons gemaakt – en niet wij – Zijn volk en de schapen van Zijn weide.
Ga Zijn poorten binnen met een lofoffer, Zijn voorhoven met een lofzang; loof Hem, prijs Zijn Naam.
Want de HEERE is goed, Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, Zijn trouw van generatie op generatie.
Psalm 100 (HSV).
Een gedeelte uit het Nieuwe Testament
De hemel houdt zijn adem in. Een half uur is het stil, dan gaat God handelen met de gebeden van de heiligen die gedood waren om het woord van God en geroepen hadden ‘Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen?’
En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een halfuur. En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven. En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen met de gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.
En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving.
Openbaring 8:1-5 (HSV).
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.