
Karen, de achterkleindochter van Holocaust-overlevende Susie Gutman, 91, werkt in de Jeruzalemse residentie van de Israëlische president Re’oeven Rivlin. Toen Karen vernam dat de president naar Wenen zou reizen om een ceremonie bij te wonen bij het Holocaust-monument van de stad, stuurde ze een verzoek naar president Rivlin of hij naar haar ouder wordende overgrootmoeder wilde kijken, aangezien ze al een tijdje niets meer van haar had gehoord.
Karen wist dat de president een ceremonie zou houden bij het Holocaust gedenkteken van de stad, en vroeg daarom, hem te vertellen over haar overgrootmoeder, die de verschrikkingen van de oorlog in de stad was ontvlucht, ondergedoken was in Shanghai, en naar Wenen was teruggekeerd om haar leven weer op te bouwen met de plaatselijke Joodse gemeenschap.
Toen president Rivlin van het verzoek hoorde, vroeg hij onmiddellijk om Susie uit te nodigen voor de ceremonie in de residentie van de Oostenrijkse president, waar hij haar ontmoette en haar opgewonden zei: ‘Uw achterkleindochter Karen stuurde me om zeker te weten dat het goed gaat met u, Oema Susie. U bent een inspiratie voor ons allen, een symbool van de triomf van geest en heldendom over kwaad en duisternis.’
Susie was pas acht jaar oud toen ze voor de oorlog vluchtte, zij washet enige kind van haar ouders. Het drietal woonde in Wenen, vlak naast de Grote Synagoge, tot 9 november 1938.
Op die koude en verschrikkelijke donderdagnacht werden bijna alle Joodse instellingen in het Derde Rijk vernietigd, verbrand of ontheiligd. Op die dag werd haar vader naar het concentratiekamp Dachau gedeporteerd en werd het appartement van haar familie overgenomen door hun opzichter, waardoor zij en haar moeder berooid achterbleven. Susie zegt dat ze tot op de dag van vandaag de geur van het afbranden van de Grote Synagoge niet kan vergeten.
Zij vluchtte met haar moeder naar Shanghai, waar zij tien jaar lang in het getto woonden. Na de oorlog keerde de familie Guttman terug naar Wenen. Susie ontmoette haar (inmiddels overleden) echtgenoot, een overlevende van het kamp Auschwitz, die terugkeerde om zijn familie te zoeken, die het bijna helemaal had overleefd. Sinds die tijd zijn tachtig jaar verstreken en Oema Susie heeft haar persoonlijke overwinningen behaald en heeft met tientallen nakomelingen generaties grootgebracht.
Een andere cirkel werd voor haar gesloten, toen een van Susie’s kleinzoons, het hoofd van de Joodse ultraorthodoxe gemeenschap in Wenen, Rabbi Aryeh Bauer, bij toeval de overblijfselen ontdekte van een synagoge die in de Kristallnacht door de nazi’s was verwoest.
De overblijfselen werden bij toeval ontdekt tijdens de renovatie van een Torastudiehuis, dat op de ruïnes werd gebouwd. Rabbi Bauer en zijn mannen werden naar de plaats waar dit gebeurde geroepen, en ze waren geschokt bij het zien van de ontroerende vondsten. Daaronder waren gescheurde siddoerim (gebedenboeken) en choemashim (Pentateuch, de boeken van Mozes), verbrande pagina’s die uit de siddoerim waren gescheurd, gedenkplaten, resten van muren, en zelfs een wasbak met roestige waterbekers die gebruikt werden voor ceremoniële handwassing.
Na de spectaculaire vondst werd in de gemeenschap een ceremonie gehouden, bijgewoond door de toenmalige Oostenrijkse Bondskanselier Brigitte Bierlein, die de eerste ‘Nooit meer’ toespraak hield. De heilige vondsten werden naar de Hofburg gebracht, waar een tentoonstelling werd gehouden voor het terras waar Hitler ooit heeft gesproken.
Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.