De Europese Joodse gemeenschappen maken zich grote zorgen: als het Hof van Justitie oordeelt dat het verbod legaal is, zal de beslissing gevolgen hebben voor een aantal andere Europese landen die ook het koosjere slachten zullen verbieden. In 2009 stelde de Europese Unie (EU) haar huidige regelgeving vast voor het humaan en pijnloos slachten van dieren. De verordening bepaalt dat dieren eerst moeten worden bedwelmd voordat ze worden geslacht, met één uitzondering: slachten om religieuze redenen zoals koosjer (Joods) of halal (islamitisch ‘koosjer’) waarbij het bedwelmen van dieren verboden is. De EU heeft echter een uitzondering gemaakt: de lidstaten mogen aanvullende beperkingen opleggen die verder gaan dan de beperkingen die in de Europese regelgeving zijn vastgelegd, om een betere bescherming van de dieren te waarborgen.
Naar aanleiding van de verordening hebben een aantal Europese landen inderdaad meer beperkingen toegevoegd, en zij hebben het slachten zonder bedwelming verboden. Onder deze landen zijn Denemarken, Slovenië, Zweden en recentelijk de twee Belgische gewesten. De Joodse gemeenschap in België heeft een verzoekschrift ingediend bij het Belgische Constitutionele Hof met het argument dat de wetgeving in Wallonië en Vlaanderen in strijd is met de Europese regelgeving. Ook is deze wetgeving in strijd met andere Europese verdragen op het gebied van mensenrechten en godsdienstvrijheid, omdat ze de geldigheid van de verordening die het religieus slachten toestaat, tenietdoet. Het Belgische Grondwettelijk Hof verwees de zaak naar het Europese Hof van Justitie om te onderzoeken of de Belgische wetgeving in overeenstemming is met de EU-wetgeving.
De hoorzitting bij het Hof van Justitie heeft vertraging opgelopen door het coronavirus en zal deze week voor het eerst plaatsvinden. Joodse gemeenschappen in Europa vrezen dat als het Hof van Justitie de rechtmatigheid van de Belgische wetgeving bevestigt, dit ertoe zal leiden dat andere landen ook koosjere slachtingen zullen verbieden. In het verleden zijn in een aantal Europese landen, waaronder Duitsland, wetsvoorstellen ingediend om dergelijke slachtingen te verbieden. De initiatieven komen meestal van dierenrechtenorganisaties. Maar de laatste jaren komen ze steeds meer van nationalistische organisaties die moslimimmigranten willen schaden door het halal slachten illegaal te maken.
‘Het is grotendeels gericht tegen de moslims, maar ze zijn de Joden niet vergeten,’ zegt advocaat Meir Linzen. Hij is voorzitter van de Internationale Organisatie van Joodse Advocaten en Juristen, een organisatie die haar ‘position paper’, haar stellingname, tegen een verbod op koosjer slachten in België aan het Hof van Justitie heeft voorgelegd. Haar ‘position paper’ – geschreven door de Joodse jurist professor Joseph Weiler – roept op om het verbod op Joodse (en islamitische) religieuze slachtingen ongedaan te maken. Tegelijkertijd erkent het de noodzaak om betere maatregelen te nemen om het lijden van dieren te verminderen.
De ‘position paper’ legt uit dat het verhinderen van een religieuze gemeenschap om te eten in overeenstemming met haar religieuze verplichtingen, in strijd is met hun recht op vrijheid van godsdienst, en dat de eis van bedwelming vóór het slachten in wezen een discriminerende eis is. Dit schaadt namelijk niet de meeste EU-burgers, maar alleen bepaalde minderheidsgemeenschappen. Advocaat Linzen legde uit dat het verbod ernstige schade kan toebrengen aan de Joodse gemeenschappen. Ook kan dit het Joodse leven ondermijnen in EU-landen die een dergelijk verbod zouden opleggen.
Linzen voegde eraan toe dat de organisatie het tribunaal oproept om te oordelen dat het verbod in strijd is met de EU-wetgeving, met inbegrip van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. ‘Het standpunt dat de christelijke meerderheid moet worden gewogen ten opzichte van de andere religieuze minderheden, kan leiden tot een antisemitische houding. Wij zijn van mening dat de vrijheid van godsdienst niet in gevaar mag worden gebracht, en een deel van die vrijheid is het uitvoeren van religieuze rituelen, zelfs als deze niet voldoen aan de normen van de liberale christelijke meerderheid.’
De Europese Commissie heeft het Hof aanbevolen om de zaak terug te verwijzen naar het Belgische Grondwettelijk Hof zonder te oordelen dat de wetgeving ongeldig was. Sommigen zien het standpunt van de Commissie als een erkenning voor het afwijzen van het recht op koosjere slachtingen. De Joodse gemeenschap in België zette de eerste stap in het instellen van het juridische beroep. Zij verduidelijkte dat er geen vervangers zijn voor koosjer slachten en dat zij vreest voor een verbod op zelfs maar de invoer van koosjer vlees uit andere landen. En zelfs als de invoer werd toegestaan, vreest ze dat ze niet in staat zal zijn om een regelmatige aanvoer van geïmporteerd koosjer vlees te garanderen.
Een buitengewone gezamenlijke Joodse/islamitische verklaring
De voorzitter van het Comité van Europese Rabbijnen, voorgezeten door rabbijn Pinchas Goldschmidt, heeft samen met de Saudische geestelijke, Sjeik Muhammad bin Abdel Karim al-Issa, secretaris-generaal van de World Muslim League en voorzitter van de International Islamic Halal Organization, een buitengewone gezamenlijke verklaring afgelegd waarin zij zich verzetten tegen pogingen om koosjere slachtingen en halal slachtingen te verbieden:
‘Voedsel speelt een belangrijke rol in ons religieuze leven, en de manier waarop we voedsel bereiden vormt een centraal onderdeel van ons geloof. Door de geschiedenis heen zijn religieuze verboden gebruikt om de migratie van individuen uit bepaalde religieuze groepen te vergroten. Vandaag de dag zijn moslims meer en meer het doelwit van dergelijke wetgeving. Zo hebben we bijvoorbeeld in Nederland verbodsbepalingen gezien die door extreemrechts werden voorgesteld na de moslimimmigratie uit het Midden-Oosten. Deze verboden zijn ongerechtvaardigd, of ze nu gericht zijn tegen het halal van de moslims of tegen het koosjere voedsel van de Joden, of tegen beide.
‘Elk van deze verboden is in strijd met de grondbeginselen die Europa vertegenwoordigt, zoals de vrijheid van godsdienst. Door de religieuze praktijken van minderheidsgroepen op deze manier te kwetsen, worden de betrekkingen tussen de gemeenschappen aangetast en wordt de sociale samenhang in gevaar gebracht. Het tribunaal moet rekening houden met de historische bedoelingen van een dergelijk verbod en moet overwegen een precedent te scheppen over de zaak. Als het verbod in België wordt aanvaard, is de boodschap die het tribunaal aan de religieuze minderheidsgemeen¬schappen zal geven, duidelijk: u bent niet welkom. Van religieuze groepen kan niet worden verwacht dat ze in Europa blijven en als bijdragende leden in hun gemeenschappen gedijen, als hun voedselconsumptie als een misdaad wordt behandeld. We dringen er bij het Hof op aan om bij hun rechterlijke beslissing rekening te houden met de behoeften van religieuze gemeenschappen en de belangen van de opbouw van een Europa van diversiteit en inclusie.’
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.