Afbeelding: Een aanlegsteiger voor olietankers in Eilat aan de Golf van Aqaba. (Foto: Wikimedia Commons)
De oliehaven van Eilan kan tankers tot 350.000 DWT ontvangen, en de haven van Ashkelon tankers tot 250.000 ton. Reden om de bestaande Trans-Israel Pipeline (TIPline) met een diameter van 42” (ruim een meter) en een lengte van 254 km weer in gebruik te nemen is het vermijden van de peperdure doorvaart door het Suezkanaal.
Egypte beschikt zelf ook over een olieleiding als ‘bypass’ voor het Suezkanaal; deze Sumed pijpleiding heeft een capaciteit van ruim 2,5miljoen barrels per dag; dat is meer dan de TIPline, maar Eilat kan grotere olietankers ontvangen.
Er wordt momenteel met de Verenigde Arabische Emiraten gesproken over het vervoeren van olie uit dit land naar Eilat, waarna de olie via de oude pijpleiding naar Ashkelon wordt gepompt en in andere tankers wordt overgeladen voor transport naar Europa. Volgens Globus ondertekenden EAPC en de Med-Red company in oktober, kort na de Abraham-Akkoorden, in Abu Dhabi een Memorandum of Understanding. De regering-Trump heeft in december 2020 andere Arabische landen uitgenodigd met Israël samen te werken voor de uitbreding van de TIPlineEr is echter nog geen geld voor beschikbaar gesteld. Het transport van olie door de pijpleiding zou dit jaar kunnen beginnen.
Med-Red Land Bridge – een naam afgeleid van Mediterranean en Red Sea – is eigendom van Israëlische, Emirati en internationale bedrijven. EAPC zou het transport en de opslag van olieproducten verzorgen. De pompstations van EAPC kunnen olie en olieproducten in beide richtingen verpompen.
Opslagtanks voor ruwe olie van EAPC.
Hoe komt Israël aan zo’n zware transportleiding?
De Eilat-Ashkelon Pipeline Co (EAPC) is in 1968 opgericht als een 50/50% joint venture met Iran, dat in die dagen bevriend was met Israël, om Iraanse olie via Israël naar de Middellandse Zee te pompen. Aan die samenwerking kwam in 1979 een eind, na de Islamitische Revolutie in Iran, en de TIPline werd in feite genationaliseerd.
Sindsdien probeert Iran het in de leiding geïnvesteerde geld terug te krijgen. Het Zwitserse Federale Hof oordeelde in 2016 in een arbitrage, dat Israël een bedrag van $ 1,1 miljard plus rente aan Iran moet betalen. Dit weigert Israël te betalen op grond van een wet die handel met de vijand verbiedt.
Hoewel er jarenlang geen olie door deze pijpleiding stroomde (behalve incidenteel transport van Egyptische olie), is EAPC een belangrijke transporteur van olie in Israël geworden, mede doordat het bedrijf over meerdere leidingsystemen beschikt. De TIPline werd in 2003 voorzien van pompstations die de olie ook in omgekeerde richting kunnen laten stromen, waardoor Russische olie uit de Zwarte Zee of de Kaspische Zee via Eilat naar Zuid-Azië en het Verre Oosten kon worden verscheept.
Staatsbedrijf EAPC
Met het oog op de nationale veiligheid heeft Israël in 2017 de concessie van het bedrijf niet verlengd, en in 2018 alle activiteiten laten overnemen door een staatsbedrijf met dezelfde afkorting: Europe Asia Pipeline Co, die wel wordt aangeduid met EAPC-B. De activiteiten van de oude en de nieuwe EAPC, en het financiële geschil met Iran, vallen onder de Israëlische censuur, behalve het barsten van een leiding in 2014, waardoor miljoenen liters olie uitstroomden in een natuurreservaat in de woestijn.
Bronnen: WIN, Reuters, Wikipedia, Washingtoninstitute, Wikipedia, Ha’aretz, EAPC.
Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.