Muziekvideo: ‘Een tocht naar Caesarea’

Het lied ‘Een tocht naar Caesarea’ (‫הליכה לקיסריה ‬/Halicha le Qesaria) is in 1942 door Hannah Sennesh geschreven in kibboets Sdot Yam, ten zuiden van het oude Caesarea, waar zij toen woonde.

Door Anat Schneider |

Sennesh (zie het artikel Verzetsstrijdster Channah Scenesh) vervulde de rol van een strijdbare vrouw als vertegen­woordig­ster van de Joodse nederzetting. Ze waagde het om door te dringen tot het door de nazi’s bezette Europa, hoewel dat levens­gevaarlijk was. Daar is ze door de Hongaarse autoriteiten ter dood gebracht, nadat ze als Joodse strijdster werd verhoord en gefolterd.

Het korte lied is als een gebed geschreven. De schrijfster vraagt God om
op de zee, het zand, het bruisen van het water, de bliksem in de lucht en op het gebed van de mens te letten. Ze koestert de onschuldige hoop dat God haar vraag zal verhoren of dit moment nooit hoeft te eindigen.

Dat dit lied na zeventig jaar nog steeds ontroert, komt waarschijnlijk door zijn eenvoud en naïviteit, en door de manier waarop het een ogenblik van
geluk weet te vangen. Er spreekt universele hoop uit. Het kan ook zijn dat de dichteres probeert te zeggen dat het gebed van de mens het belangrijkste en hoogste is wat hij kan doen.

In de tekst wordt de opbouw van de zee schematisch naar voren gebracht. Op de bodem ligt zand, daarboven is het water. Vervolgens wordt het bruisen van de zee genoemd, daarboven komt de bliksem en boven alles uit het gebed van de mens.

De componist van het lied, David Zehavi, componeerde het lied in 1945. Hij zei dat het lied was gecomponeerd in vijf minuten, met één golf van opwinding. Er bestaan diverse uitvoeringen van het lied. Deze uitvoering werd gezongen door Ofra Chaza (foto)

Mijn God, mijn God
moge er geen einde komen aan
het zand en de zee
het bruisen van de zee
de bliksem in de lucht
het gebed van de mens.

Dit artikel verscheen eerder in het november 2019 nummer van het Israel Today Magazine. Klik hier voor een abonnement.