
Door de geschiedenis heen hebben deskundigen geprobeerd het geheim van Joodse humor te ontrafelen. Er zijn talloze essays, wetenschappelijke studies en boeken over dit onderwerp geschreven, waarin de Joodse humor van alle kanten wordt geanalyseerd.
Het is natuurlijk een belangrijke vraag om hier te onderzoeken, want Joodse komieken zijn erg grappig en Joodse grappen zijn dat ook. Als er een Nobelprijs voor humor zou zijn, zouden Joden zeker ook sterk vertegenwoordigd zijn in deze discipline.
Wat is dan het geheim van Joodse humor? Zijn het de bijzondere omstandigheden waarin Joden zich steeds weer bevinden? Of zijn het de Joden zelf die bijzonder grappig zijn?
Om deze vraag te beantwoorden, moeten we eerst kijken naar Joodse grappen. Heb je deze bijvoorbeeld wel eens gehoord? (in het Duits, helaas)
Het bijzonder Joodse aan deze grap is de verwijzing naar koning Salomo en zijn beroemde uitspraak over twee vrouwen die om een baby vechten. Hier vechten twee vrouwen om een bruidegom en Salomo’s oordeel lijkt ook in deze situatie te werken. Het is echter de vrouw die instemt met de scheiding van de bruidegom die de ware schoonmoeder blijkt te zijn.
Natuurlijk is de schoonmoeder hier het doelwit, wat ook in andere culturen gebeurt, maar dat geldt overigens ook voor de rabbijn.
Rabbijnen gebruiken immers Bijbelse precedenten om hun beslissingen te nemen, maar of Salomo’s oordeel echt een geschikt precedent is, valt te betwijfelen. Dit zou ook het geval kunnen zijn met andere rabbinale uitspraken. Dus via een achterdeurtje wordt het instituut van het rabbinisme hier ook op de korrel genomen.
Maar te veel analyse vernietigt ook de grap, want die is er tenslotte voor het vermaak. Dus hier is er nog één om af te sluiten:
Drie Joodse moeders zitten op een bankje en maken ruzie over wie van hun zonen het meest van hen houdt. De eerste zegt: “Weet je, mijn zoon stuurt me elke shabbat bloemen.”
“Noem je dat liefde?” zegt de tweede moeder. “Mijn zoon belt me elke dag!”
“Dat is niets,” zegt de derde vrouw. “Mijn zoon is vijf dagen per week in therapie. En de hele tijd heeft hij het over mij!”