Jeruzalem – een 2000 jaar oude Joodse liefdesaffaire

Er bestaan heel veel verhalen die de eeuwige band en liefdesrelatie tussen Jeruzalem en het Joodse volk beschrijven.

Door David Lazarus | | Onderwerpen: politiek, Jeruzalem, eigendom
Foto: Flash90

Er is de laatste dagen veel opwinding en strijd ontstaan omtrent de Tempelberg. Wij willen u eraan herinneren hoe diep Jeruzalem geworteld is in het Joodse hart. Nu in deze tijd, maar ook reeds van oudsher en voor de eeuwigheid, en dus zult u begrijpen dat Israël en het Joodse volk niet van de tempelberg zullen wijken!

In het jaar 70 na Christus verloren we de Tempelberg, maar we zijn hem nooit vergeten. Buitenlandse legers plunderden, slachtten en verkrachtten haar, en toch is haar naam driemaal per dag op onze lippen gebleven in onze gebeden. Met hoop en geloof in de dag dat zij naar ons zal terugkeren, konden wij haar niet opgeven.

Decennia geleden, op de 28e dag van de maand Iyar – op 12 mei 1968 – mochten wij haar heilige muren weer aanraken, ons hart smolt. Zoals de profeten hadden voorspeld, hoorden wij weer in de straten van ons Jeruzalem de volgende Bijbelwoorden citeren:

de stem van de vreugde, de stem van de blijdschap, de stem van de bruidegom en de stem van de bruid, de stem van hen die zeggen: Loof de HEERE van de legermachten, want de HEERE is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig, en de stem van hen die in het huis van de HEERE een lofoffer brengen. Ik zal namelijk een omkeer brengen in de gevangenschap van het land, zodat het weer wordt als vroeger, zegt de HEERE. (Jeremia 33:11)

Er bestaan veel verhalen die de eeuwige band en liefdesrelatie tussen Jeruzalem en het Joodse volk beschrijven. Dit is er slechts een van.

Shlomo Goren (Foto: David Rubinger / GPO)

Toen de Israëlische troepen begonnen met het terugdringen van de Arabische legers die de stad belegerden, was het de opperrabbijn van de IDF, Shlomo Goren, die vastbesloten was om als eerste de Westelijke Muur te betreden. Hij pakte een sjofar en vroeg kolonel Motta Gur, commandant van de 55e Parachutisten Brigade, mee te rijden in zijn jeep. “Ik zal je een deel van mijn Olam Haba (Komende Wereld) laten zien, mijn eeuwige beloning, als je me daarheen brengt,” zei rabbijn Goren. En zo arriveerden de twee als eersten. Ze lieten voor altijd een onuitwisbare indruk achterlatend in de Joodse harten, met het iconische beeld en geluid van die sjofar.

“Tien maten schoonheid daalden op de wereld neer, negen werden genomen door Jeruzalem en één door de rest van de wereld”. (De Talmoed)

Vorige week dinsdag, 26 april, begon met in Israël met de viering van de Dag van Jeruzalem. T ter herdenking van de dag 52 jaar geleden, 28 Iyar 1968, waarop de verdeelde stad Jeruzalem werd verenigd met het Joodse volk. Toen de stad weer bij ons hoorde, leken we een ketoeba te moeten schrijven, een Joods huwelijkscontract, om ervoor te zorgen dat we nooit meer zouden scheiden. Hier volgen enkele details van het contract dat het Joodse volk voor altijd aan Jeruzalem bindt.

Onmiddellijk na de overwinning van het Israëlische Leger (IDF) tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967, waarin zij Jeruzalem heroverde, nam Israël drie wetten aan om de stad voor eeuwig in de liefdevolle handen van de Joods-Arabische bevolking van Oost-Jeruzalem te plaatsen. Deze wetten hielden de toepassing van de Israëlische wet-stelsels in op de gehele verenigde stad. De stadsgrenzen werden gewijzigd, waardoor de stad drie keer zo groot werd, en de burgers van Oost-Jeruzalem kregen de status van permanente inwoners, die zouden mogen stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen. Zijn mochten niet stemmen bij de verkiezingen voor de Knesset, want men wilde de Joodse natie in stand houden. En alle heilige plaatsen in Jeruzalem werden daarmee beschermd.

De internationale verontwaardiging en druk tegen de hereniging van Israël met Jeruzalem werd echter zódanig opgevoerd, dat de Israëlische regering pas in 1980, 13 jaar na de hereniging van de stad, een wet aannam waarin werd bepaald dat “Jeruzalem, als één geheel en verenigd, de hoofdstad van Israël is”.

Na nog eens 18 jaar, op de 28e dag van de maand Iyar (23 maart) in het jaar 1998, nam de Knesset een wet aan voor het vaststellen van “de Dag van Jeruzalem”, en de tekst luidt: “De Knesset besluit hierbij dat de Dag van Jeruzalem elk jaar zal worden gevierd als een nationale feestdag”. En daarom vieren we nu Jeruzalemdag.

Zelfs na de hereniging van Jeruzalem heeft het lang geduurd voordat Israël grip kreeg op de politieke en sociale uitdagingen die het besturen van deze belangrijke stad, met zoveel diversiteit, met zich meebrengt. Maar deze periode voelt als een oogwenk vergeleken met de vele eeuwen van scheiding.

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox