
De terugkeer van de Joden uit de ballingschap was op dat moment niet langer alleen maar een gebed, dat drie keer per dag in de synagogen werd uitgesproken. De poorten van Sion waren nu permanent open, en iedere Jood die dat wenste, kon zich nu vestigen in het vaderland van zijn voorouders.
De Onafhankelijkheidsverklaring werd om 16 uur ondertekend en voorgelezen tijdens een speciale ceremonie in het museum van Tel Aviv (nu Onafhankelijkheidshal), in aanwezigheid van de voorlopige regering en ongeveer tweehonderd andere genodigden. Het evenement werd vooraf niet breed uitgemeten uit vrees dat de Britse autoriteiten zouden trachten in te grijpen. Het was ook bedoeld om een vroegtijdige invasie door de Arabische legers te voorkomen. Aan het begin van het evenement werd de verklaring live uitgezonden als eerste programma van Kol Israël (Stem van Israël, de Israëlische radio-omroep). Joodse families in het hele land verzamelden zich rond hun radio’s en stemden af om de historische verklaring te horen.
Wat staat er dan in de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring?
In het eerste deel wordt de Joodse band met het land Israël vastgesteld en wordt het proces beschreven van de terugkeer van het Joodse volk naar het vaderland van zijn voorouders. Daarin staat dat het land de geboorteplaats is van het Joodse volk, waar zijn spirituele, religieuze en politieke identiteit werd gevormd en waar het de wereld het ‘eeuwige Boek der Boeken’, de Bijbel, schonk.
De Bijbel geeft ons informatie over al deze ontwikkelingen. Hij beschrijft het zelfbestuur van het Joodse volk door verschillende koningen, zoals David en Salomo. Het beschrijft het geestelijke proces dat nodig was om Gods volk te worden, eerst door het verbond met Abraham, dan door Mozes, na het ontvangen van de Torah op de berg Sinaï, en later na het binnengaan van het land Israël onder leiding van Jozua.
In de verklaring wordt gewezen op de aanhoudende inspanningen van opeenvolgende Joodse generaties, om door voortdurend gebed en immigratie naar het land terug te keren. Het prijst de vroege pioniers die kwamen om te zorgen voor de ontwikkeling van het land en de vernieuwing van de Joodse cultuur en de Hebreeuwse taal.
In het volgende gedeelte wordt het recht van het Joodse volk vastgesteld om een eigen natiestaat te stichten in het Land Israël. Het beschrijft hoe Theodore Herzl met het Eerste Zionistische Congres (1897) een georganiseerde politieke activiteit in gang zette die de weg vrijmaakte voor de bevordering van de zionistische zaak op het internationale toneel.
Ook wordt de aandacht gevestigd op de erkenning van dit recht door internationale instellingen zoals de Volkenbond, die in november 1917 de Verklaring van Balfour heeft goedgekeurd, waarin het recht van het Joodse volk op de vestiging van een nationaal thuisland in het land Israël wordt bevestigd, en de resolutie die de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 29 november 1947 heeft aangenomen en waarin wordt opgeroepen tot de oprichting van een onafhankelijke Joodse Staat in dit land.
De verklaring schrijft het recht van het Joodse volk niet alleen toe aan de besluiten van internationale instellingen. Het verwijst ook naar de catastrofe van de Holocaust, die slechts drie jaar voor de onafhankelijkheid van Israël eindigde. Daarin wordt uitgelegd dat de Holocaust de dringende noodzaak heeft aangetoond om het probleem van de Joodse ‘dakloosheid’ op te lossen door opnieuw een Joodse Staat in het Land Israël te vestigen.
Na de gedeelten waarin de Joodse verbondenheid met het land wordt uiteengezet en waarin het onbetwistbare recht van Israël, zowel historisch als volgens het internationale recht, op de vestiging van een onafhankelijke Joodse staat wordt toegelicht, wordt de onafhankelijkheid officieel uitgeroepen.
Een Joodse en democratische Staat
De verklaring gaat verder met de aankondiging wat de nieuw opgerichte Joodse Staat zal doen.
Ten eerste zal de Staat Israël een land zijn dat openstaat voor alle Joden over de hele wereld die zich in Israël willen vestigen, waarmee de bijeenkomst van de ballingen wordt vervuld. Het maakt echter duidelijk dat Israël geen Staat zal zijn die alleen de belangen van zijn Joodse burgers behartigt. Zij zal zorgen voor volledige gelijkheid van sociale, religieuze en politieke rechten voor al haar inwoners, ongeacht hun godsdienst, ras of geslacht. Israëls gehechtheid aan Joodse en democratische waarden is verankerd in zijn Onafhankelijkheidsverklaring.
Tenslotte laat Israël zien dat het een Staat is die de vrede in de wereld zal bevorderen. Vanaf het begin heeft Israël verklaard dat het de ‘hand van vrede’ uitstrekt naar al zijn buurlanden en -volken. De verklaring richt zich tot de gehele regio en beoogt ‘banden van samenwerking’ te smeden en ‘een bijdrage te leveren aan een gemeenschappelijke inspanning voor de vooruitgang van het gehele Midden-Oosten’.
Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.