Israël bezorgd over Bidens Iran-beleid

De Israëlische regering is bezorgd over het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering van president Joe Biden, ten aanzien van Iran en zijn bondgenoten. Zoals we zullen zien, zijn deze zorgen gerecht­vaardigd omdat Iran zich blijft bezighouden met illegale activiteiten en desta­bili­serende acties in het Midden-Oosten.

Door Yochanan Visser |

Biden sprak vorige week collega-wereldleiders toe die een virtuele bijeenkomst bijwoonden van de Münich Veiligheidsconferentie. Hij sprak kort over Iran en herhaalde zijn voornemen om de Verenigde Staten terug te laten keren naar het gezamenlijk alomvattend actieplan (JCPOA), de kerndeal tussen Iran en vijf wereldmachten (P5). Daaronder zijn drie Europese wereldmachten, te weten: Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk. ‘We zijn bereid om opnieuw te onderhandelen over het nucleaire programma van Iran met de P5 + 1,’ zei Biden, terwijl hij ook herhaalde dat Iran eerst moet voldoen aan zijn verplichtingen in het kader van het JCPOA.
Opmerkelijk is dat Biden nu iets toevoegde dat niet in het JCPOA staat. Hij zei het volgende over het gedrag van Iran in de regio: ‘We moeten ook de destabiliserende activiteiten van Iran in het Midden-Oosten aanpakken. We zullen hieraan werken door nauw samen te werken met onze Europese en andere partners.’

Wie zijn die ‘andere partners’?

Met die andere partners moet Biden ook Israël bedoeld hebben, want hij heeft al maatregelen genomen tegen Saoedi-Arabië, dat een sleutelrol speelde in de acties tegen Iran tijdens het presidentschap van Donald J. Trump. In de afgelopen vier jaar ontwikkelde zich een speciale relatie tussen de regering-Trump en de feitelijke Saoedische leider, kroonprins Mohammad Bin Salman (MBS). Deze speciale relatie was het werk van Jared Kushner, de schoonzoon van Trump, die vaak naar Saoedi-Arabië reisde om met MBS te spreken over Iran en andere zaken met betrekking tot het Midden-Oosten. Biden heeft echter duidelijk gemaakt dat hij de zieke koning Salman als de enige legitieme leider van Saoedi-Arabië ziet, en alleen met hem zal spreken. De koning is echter oud en lijdt naar verluidt aan de ziekte van Alzheimer. Hij is zelfs op zijn betere dagen maar enkele uren in staat om te werken.

Biden nam daarnaast een andere maatregel, waaruit blijkt dat hij Saoedi-Arabië niet ziet als een partner in de strijd tegen Iran. Kort na zijn aantreden liet Biden de door Iran gesponsorde terreurgroep Ansar Allah, door de media meestal ‘de Houthi’s’ genoemd, schrappen van de Amerikaanse lijst van terreurbewegingen. Hij kondigde ook aan dat de VS de financiële steun aan de (door Saoedi-Arabië geleide) anti-Houthi-coalitie in Jemen zouden stopzetten. Meteen na die aankondiging verhoogde Ansar Allah zijn aanvallen met raketten en onbemande luchtvaartuigen tegen Saoedi-Arabië. Het was duidelijk dat dit iets te maken had met het nieuwe Amerikaanse beleid.

Bidens maatregel zorgde ook voor onbegrip en irritatie in Israël, dat ook door Ansar Allah wordt bedreigd. De door Iran gesteunde groep bezit nu lange­afstands­raketten die Israël kunnen bereiken en die door Teheran werden geleverd. De groep heeft gedreigd ze te gebruiken tegen de Joodse Staat, mocht die tot een oorlog komen met Iran of zijn bondgenoten.

Diplomatiek gesprek met Iran?

De woordvoerder van het Witte Huis, Jen Psaki, maakte later duidelijk dat er momenteel geen plannen zijn voor een diplomatiek gesprek met Iran en dat de VS de strenge sancties die Trump heeft ingesteld, voorlopig intact zullen laten. Maar de opmerkingen konden premier Benjamin Netanyahu van Israël niet geruststellen. Hij gaf vrijdagavond een persverklaring uit waarin hij zei dat de Amerikaanse stappen ten opzichte van Iran en het JCPOA ‘gevaarlijk’ waren. De Israëlische leider zei: ‘Israël blijft zich inzetten om te voorkomen dat Iran kernwapens krijgt en zijn standpunt over het nucleaire akkoord is niet veranderd. Israël gelooft dat een terugkeer naar het oude akkoord (door de VS) de weg zal vrijmaken voor een kern-arsenaal (in Iran). Israël heeft regelmatig contact met de VS over deze kwestie.’

Er is inderdaad regelmatig contact tussen Israëlische regerings­functio­narissen en hun Amerikaanse ambtgenoten over Iran. Minister van Buitenlandse Zaken Gabi Ashkenazi heeft tot nu toe ten minste drie keer gesproken met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Anthony Blinken.

Ned Price, de woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, maakte later duidelijk dat de VS ook andere landen zullen blijven overtuigen om geen wapens aan Iran te verkopen.

De meeste Joodse organisaties in de VS delen de zorgen van de Israëlische regering over het beleid van Biden ten opzichte van Iran. Zij waarschuwden de president niet terug te keren naar het beleid van voormalig president Barack Obama, die alles in het werk stelde om Iran te paaien en tegemoet te komen.

Irans reactie op Bidens beleid

Iran reageerde koel op de uitspraken van de Amerikanen. Het land maakte duidelijk dat het geen aanstalten zou maken om in te gaan op de belangrijkste eis van Biden, om opnieuw te onderhandelen over het JCPOA. Mohammad Javad Zarif, de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken, zei tijdens een interview met Press TV in Iran dat Biden hetzelfde beleid voert als Trump. Hij zei ook dat het ‘beleid van maximaal verzet’ van Iran zal worden voortgezet, zolang de VS er niet in slaagt zijn verplichtingen na te komen die in het JCPOA zijn vastgelegd. Zarif doelde op de opheffing van meer dan 1.600 sancties die tijdens de ambtstermijn van Donald Trump tegen Iran en zijn leiders zijn ingesteld. De ‘maximale druk’-campagne die de VS onder Trump is begonnen, heeft Iran al een biljoen dollar gekost, zei Zarif. De Iraanse diplomaat eiste ‘compensatiebetalingen’ van de VS zodra Biden terugkeert naar het JCPOA, en de opheffing van alle sancties tegen Iran.

Iran en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie

Een nieuwe maatregel, die Iran van plan was te nemen uit protest tegen de manier waarop het land door de VS wordt behandeld, is het verwijderen van camera’s die het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) in Iran heeft. Het IAEA had die camera’s geïnstalleerd op plaatsen waar Iran activiteiten ontplooit die verband houden met zijn kernprogramma. Iran dreigde er ook mee de IAEA-inspecteurs niet langer toe te staan onaangekondigde bezoeken te brengen, aan plaatsen waar zij Iran ervan verdenken aan de militaire tak van zijn kernprogramma te werken. Nadat Rafael Grossi, hoofd van de IAEA, naar Teheran was gevlogen en met de Iraanse leiders had gesproken, leek Teheran zich echter terug te trekken. Het bereikte een tijdelijke overeenkomst van drie maanden met de IAEA, die de huidige inspecties en controles via camera’s door zal laten gaan.

Vorig jaar ontdekten IAEA-inspecteurs nog twee locaties met sporen van radioactief materiaal. Iran had verzuimd deze faciliteiten aan het VN-orgaan te melden. Eén zo’n faciliteit, Marivan, bevond zich in de buurt van de stad Abadeh, in centraal Iran. Daar vonden IAEA-inspecteurs bewijs dat Iran had gewerkt aan een meerpunts-explosiesysteem voor een kernkop. Dat systeem stelde Iran in staat een zogeheten ‘koude test’ met een kernwapen uit te voeren. De faciliteit werd in juli 2019 gesloopt, waarna Iran schoon­maak­werk­zaam­heden uitvoerde op de locatie. Pas een jaar later kreeg de IAEA toestemming om de locatie van de gesloopte faciliteit te onderzoeken.

Iran heeft tot nu toe vier keer bepalingen in het JCPOA geschonden, in reactie op het Amerikaanse beleid. Het land produceert uranium dat tot 20 procent is verrijkt in plaats van tot 3,65 procent, zoals volgens de overeenkomst is toegestaan. Vanaf dat punt zou het verrijken van het uranium tot het niveau van 90 procent, dat nodig is voor kernwapens, slechts een paar maanden in beslag nemen. Dat betekent echter niet dat Iran zo snel een kernwapen zou kunnen maken, aangezien het volledige proces ten minste twee jaar in beslag zou nemen.

De IAEA heeft bovendien onlangs ontdekt dat Iran het metaal uranium produceert, een materiaal dat alleen voor de productie van kernwapens wordt gebruikt. Iran weigert ook de herkomst te verklaren van uraniumdeeltjes die IAEA-inspecteurs vorig jaar vonden in de wijk Turcuzabad in Teheran. Het Internationaal Atoomagentschap werd door de Israëlische regering getipt over deze faciliteit, nadat de Mossad begin 2018 het nucleaire archief van Iran had gestolen uit een opslagplaats in Teheran. (Zie: Zo werd Irans kernwapenprogramma blootgelegd)

En tot slot heeft Iran een nieuwe generatie centrifuges voor uranium­verrijking ingezet die veel sneller werken dan de oude P-1 centrifuges, die waren gebaseerd op de centrifuges die Pakistan ooit gebruikte. Onder het JCPOA mocht Iran alleen onderzoek doen naar de nieuwe centrifuges, maar ze niet produceren en inzetten. Met deze centrifuges zal Iran sneller de 200 kilogram 20 procent-uranium kunnen produceren die nodig is om het materiaal verder te verrijken tot 90 procent. Die 90 procent heeft het, zoals gezegd, nodig om een kernkop te bouwen.

U zult nu begrijpen dat de bezorgdheid van premier Netanyahu en zijn regering meer dan gerechtvaardigd is. Daarom hield de Israëlische leider maandag een vergadering met ministers die zich bezighouden met veiligheid en buitenlandse zaken, samen met Mossad-hoofd Yossi Cohen en Meir Ben-Shabbat, Israëls nationale veiligheidsadviseur. Onderwerp van gesprek was een nieuwe strategie ten aanzien van de VS en hun Iran-beleid.

Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.