Het Midden-Oosten is fundamenteel veranderd

Er vinden fundamentele veranderingen plaats in het Midden-Oosten, die uiteindelijk de diplomatieke kaart van de regio nieuw zullen inkleuren, inclusief die van de zo belangrijke Perzische Golf. De koers is uitgezet voor Israël om eindelijk een belangrijke speler in de regio te worden.

Door Rami Dabbas |

Het begrip ‘Arabisch-Israëlisch conflict’ (een begrip dat in de voormalige Sovjet-Unie ontstond tijdens de Koude Oorlog), is de afgelopen jaren veranderd in het begrip ‘Palestijns-Israëlische conflict’. En nu de rest van de Arabische wereld meer openstaat voor de aanwezigheid van een Joodse Staat, verdwijnt ook dit begrip naar de achtergrond. Israël komt langzaam maar zeker uit het regionale isolement en is meer betrokken bij zijn Arabische buren. Met als gevolg dat Israël nu ook steeds meer betrokken raakt bij de politieke en economische ontwikkelingen in het Midden-Oosten.

Aryeh Lightstone, de voormalige Israëlische ambas­sadeur in Oekraïne en adviseur van de Amerikaanse ambassadeur in Israël David Friedman, sprak tijdens de historische opening van het Israeli-Emirati Economic Forum in oktober over ‘de hereniging van de kinderen van Abraham’.

In een interview met de Azerbeidzjaanse krant Azeri Daily, voorspelde de Israëlische politicoloog Zvi Magen, dat Oman na de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein het volgende land zou worden, dat een vredesverdrag met Israël zal ondertekenen. En hij voegde eraan toe, dat ook voor Saoedi-Arabië reële hoop bestaat op normalisatie van de betrekkingen.

In Oman is via de TV al een officiële verklaring voorgelezen, waarin de overheid haar steun betuigt voor het verdrag tussen Bahrein en Israël met de opmerking ‘dit verdrag is belangrijk voor de hele Golfregio’.
Zvi Magen wees er in het interview op, dat Benjamin Netanyahu reeds in 2018 Oman bezocht om te praten over meer samenwerking. Oman heeft daarna in verschillende regionale fora herhaaldelijk opgeroepen om Israël meer te betrekken bij zaken die het hele Midden-Oosten aangaan.

De houding van de Arabische wereld tegenover Israël verbetert zienderogen, en de overgang van confrontatie naar integratie is begonnen. Intussen werkt Israël, na een onderbreking van 46 jaar, aan betere betrekkingen met de Afrikaanse landen, in het bijzonder met Tsjaad. Vervolgens komt er samenwerking tot stand op weten­schappelijk niveau met andere landen, die lange tijd het contact met Israël weigerden vanwege de Palestijnse kwestie.

Er zijn drie voorname factoren voor deze ingrijpende verandering:

  1. Er zijn al vele jaren geen militair conflicten geweest tussen Israël en de Arabische Staten, en er is nauwelijks sprake geweest van vijandschap tussen Israël en de Golfstaten. De Golfstaten waren weliswaar solidair met de Palestijnen, maar toen duidelijk werd dat de Palestijnen zelf niet tot vrede bereid waren, begonnen de Golfstaten prioriteiten te geven aan hun eigen nationale belangen.
  2. De Golfstaten worden steeds meer bedreigd door Iran en hebben daarom sterke bondgenoten nodig. Wie zou vriendschap met een regionale macht zoals Israël, die over een sterke economie, een sterk leger en de nieuwste technologieën beschikt, afwijzen? De leiders van de Arabische landen zijn zich ervan bewust, dat samenwerking met Israël uitstekende economische perspectieven biedt en toegang verschaft tot de allerbeste technologieën van de wereld.
  3. Ten slotte is daar de belangrijke rol van de Verenigde Staten met hun ‘Deal of the Century’. Dit initiatief gaat een oplossing van het conflict tussen de Israëli’s en de Palestijnen ver te boven, en opent een nieuwe politieke en economische werkelijkheid voor de gehele regio.

Israël bouwde al langer in het geheim aan goede betrekkingen met de Arabische landen, maar nu dit officieel is geworden door de zogenaamde Abraham-akkoorden, betreden we een nieuwe fase. Het is de fase waarin de Verenigde Staten hun invloed op de regio uitbreiden om een verdere normalisering te vergemak­kelijken en het vredesproces te versnellen.

De twee landen die het meest gekant zijn tegen vrede tussen Arabieren en Joden zijn Iran en Turkije. Opmerkelijk genoeg zijn dit geen Arabische landen. Toch beschouwen Iran en Turkije de Arabische wereld als een deel van zichzelf; het gebied waar zij hun macht willen laten gelden. Historisch gezien vormen Iran en Turkije een bedreiging voor de Arabische wereld, hoewel niet als directe vijanden. Maar de Arabieren beseffen dat ze alleen door het vormen van nauwe samenwerking de dreiging vanuit Iran en Turkije het hoofd kunnen bieden, en dat Israël als mede-erfgenaam van Abraham een kritische aanvulling van hun verbond vormt.

Ook al zijn de motieven puur pragmatisch, en niet gebaseerd zijn op gemeenschappelijke waarden en religieuze normen, zoals dat het geval is met Israël en de VS, toch zijn de voorwaarden aanwezig dat de Joodse Staat een belangrijke speler in het Nabije Oosten gaat worden.

Rami Dabbas is een Jordaans-christelijke politiek analist. Hij schrijft regelmatig voor Israel Today.

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.