Tweemaal per jaar wordt op het plein voor de Westelijke Muur de priesterzegen uitgesproken.
Wat een geweldige zegen! Het staat in het Torah-gedeelte van deze week, dat in synagogen over de hele wereld gelezen wordt ten tijde van Pinksteren (Sjavoeot/Wekenfeest). De priesters, zonen van Aäron, krijgen in deze verzen het gebod om alle Israëlieten te zegenen (vers 23).
Maar eigenlijk is deze zegen in het Hebreeuws in het enkelvoud geschreven. (In het Hebreeuws is meervoud voor u een ander woord dan het enkelvoud voor u). Met andere woorden, we kunnen de zegen op ieder van ons afzonderlijk toepassen!
De naam van God komt hier drie keer voor, om te benadrukken dat de zegen van God komt en niet van de mens. De priesters zijn slechts een spreekbuis voor of ‘startpunt’ van de zegen. Ieders relatie met God moet direct zijn, en niet voornamelijk afhankelijk van deze of gene predikant of priester of een bemoedigende vriend.
‘Moge de Heer u zegenen en u behoeden’
Als we gezegend zijn, waarom hebben we God dan nodig om ons te ‘behoeden’? Dit woord kan ook worden vertaald met beschermen, waken of bewaken.
Zodat ik de weg niet kwijtraak? Om trouw te zijn aan mezelf? Om me te laten blijven zoals God mij bedoeld heeft? Om te voorkomen dat overvloed en succes mij hoogmoedig maken?
Het behouden en het onderhouden van de zegen en het laten groeien in ons leven is ook een keuze.
‘Moge de Heer Zijn aangezicht over u laten schijnen en u genadig zijn.’
Het licht dat God op mij schijnt, zal mijn leven verlichten. Ik zal me bewust worden van de goedheid en overvloed die ik heb ontvangen. Dan kan mijn innerlijke licht Gods licht reflecteren naar anderen om mij heen, en ik zal niet druk bezig zijn me te verbergen op donkere plaatsen.
‘Moge de Heer zijn aangezicht over u verheffen en u vrede schenken.’
Het woord aangezicht betekent gezicht, en het staat in het Hebreeuws in het meervoud, wat aangeeft dat er in God vele aspecten zijn. Hetzelfde geldt voor iedereen, we hebben allemaal verschillende gezichtsuitdrukkingen. We trekken een ‘blij gezicht’, een verdrietig, boos of nieuwsgierig gezicht. We kunnen een nerveus, vriendelijk of liefdevol gezicht trekken.
Door het gezicht van God dat mij van bovenaf nadert, kan ik mijn gezicht zien. Door wat ik weerspiegeld zie in mijn leven, realiseer ik me dingen over mezelf. Ik kan beslissen wat ik wil veranderen en wat ik zo wil laten.
Als God mij Zijn vrede geeft, kan ik vrede sluiten met mijn vijanden en vrede hebben met mezelf. In vrede zijn betekent dat ik zal leren om perfectionisme op te geven en genoegen te nemen met heelheid.
Het boek Ruth
Deze week is Pinksteren. In de Joodse traditie lezen we deze week de boekrol van Ruth uit Moab, een heidense vrouw die zich met Israël verbond.
Ruth was voor mij de belichaming van overvloed. Hoewel ze weduwe was zonder huis, zonder levensonderhoud en zonder land, leefde ze toch vanuit een ruimhartige liefde. Zij had een aandachtig hart voor haar schoonmoeder Naomi. Ze onderscheidde crisismomenten en veranderde ze in momenten van succes en voorspoed.
Deze geweldige vrouw, Ruth, was ook de belichaming van heelwording, terwijl ze geconfronteerd werd met de vele uitdagende aspecten en tegenstrijdigheden tijdens haar leven.
Ze werd de geliefde vrouw van een vooraanstaande man, Boaz. Ze wist hoe ze trouw kon blijven aan hoe God haar had geschapen en bedoeld, ook al betekende dat tegen de gewoonte ingaan. Ze wist hoe ze zich door enorme tegenslagen in haar leven heen moest slaan. Ze liep vol vertrouwen het onbekende tegemoet met een hart vol geloof.
Ruth wandelde in de zegen en bescherming van God (Numeri 6: 24-26). Anderen konden Gods licht in haar gezicht weerspiegeld zien en ze ervoer vrede.
We wensen elkaar een feest van vrede,
Gelukkig Shavoe’ot!
Gelukkige Pinksteren!