Had ‘de ramp’ voorkomen kunnen worden?

De Palestijnen hebben in mei voor de 72ste keer hun Nakba herdacht. Dit Arabische woord betekent ramp. Voor de Palestijnen was de stichting van de staat Israël een ramp. Op die dag in mei worden ook de tienduizenden Arabieren herdacht, die toen wegtrokken uit Israël. Had dit trauma eigenlijk voorkomen kunnen worden?

Door Edy Cohen |

Afbeelding: Is de misère van de Palestijnen hun eigen schuld? (Foto: Nasser Ishtayeh)

In 1936 brak in mandaatgebied Palestina de Grote Arabische Opstand
uit, die tot 1939 heeft geduurd. De
Arabieren richtten hun terroristische activiteiten zowel op de Britse als de
Joodse aanwezigheid in dat gebied. Ze
werden daarbij geholpen door de toenmalige asmogendheden (Duitsland en Italië), met geld en zelfs met wapens. Arabieren die hier niet aan mee wilden
doen, werden het doelwit van hun eigen
volksgenoten.

De opstand bestond uit een algehele staking. De Arabieren wilden zo de
Britten op alle gebieden van het leven
raken en het hun moeilijk maken de veiligheid van de bevolking te waarborgen. De Britten vormden de Commissie-Peel om na een breed onderzoek een einde te
kunnen maken aan de onlusten.

Na de opstand werd de Jeruzalemse
moefti van de hoogste Arabische moslimraad, Haj Amin Al-Hoesseini, aangesteld. Die eiste onder meer dat alle geïmmigreerde Joden het land werden
uitgezet; dat de Balfour-verklaring en
het idee om een Joodse Staat te stichten
zou worden teruggedraaid; dat er een
verbod op de verkoop van land aan Joden zou komen en dat er vóór alles een Arabische staat zou worden gesticht.

In de maanden voor de presentatie
van het Peel-rapport bleef het rustig.
De Arabische bevolking hoopte dat de
commissie de problemen in het voordeel van de Arabieren zou oplossen. De Commissie-Peel kwam in juli 1937 met haar aanbevelingen en concludeerde
dat er geen kans was op een vreedzame
samenleving van Joden en Arabieren in
het land. De commissie stelde voor om
het Britse Mandaat te beëindigen en het land te verdelen in een Joodse en een
Arabische Staat. Ben-Goerion zag in het
Britse verdelingsplan kansen om in de toekomst nog meer territorium te verkrijgen en daarom omarmde hij het plan.

Maar de moefti wees het plan af.
Dit eerste verdelingsplan was de eerste
kans op een eigen Staat zowel voor de Arabieren als voor de Joden. Groot-Brittannië probeerde in het kader van de Bijzondere Commissie van de Verenigde
Naties voor Palestina
(UNSCOP) vrede in
de regio te bewerken. Wat de commissie voorstelde kwam nagenoeg overeen
met het voorstel van de Commissie-Peel,
maar wel met iets meer voordelen voor
de Joden. Er zouden een Arabische en een Joodse Staat komen, en een internationaal gebied. Dit verdelingsplan werd in
november 1947 door de Verenigde Naties
als Resolutie 181 aangenomen.

Ook over dit plan waren de meeste
Joden positief, vooral de Jewish Agency, die als een soort voorlopige regering van
de Joodse bevolking fungeerde.

Dit artikel verscheen in zijn geheel in het juli/augustusnummer van het Israel Today Magazine. Klik hier voor een abonnement.