Groeten uit de Sinaï: Gedachten bij een zonsondergang

בוקר טוב, Boker Tov, goede morgen, beste lezers,

Door Aviel Schneider |

Zonsondergangen zijn altijd romantisch, sereen stil, en ze vormen een prachtig afscheid. Een paar dagen voordat de raketten-oorlog uitbrak, waren we op reis in de Sinaï en trokken we op met Bedoeïenen. Op de laatste dag van onze trip reden we de bergen in, en verplaatsten ons als passagiers in de open laadbak van een pick-up truck. Met wat kussens was de rit te verdragen, maar wel stoffig. We hebben het laatste stukje te voet afgelegd.

Ten westen van ons zagen we de zon ondergaan en achter ons lag de Rode Zee. Binnen nauwelijks drie minuten verliet het licht van de zon ons in de verte. De horizon werd donkerder van kleur. De stilte kent geen vragen, maar zij is in staat ons in onze gedachten een antwoord te geven op alle dingen die ons bezighouden.
Na een tijdje liepen we de berg af naar Abu Nader, die intussen koffie voor ons had gezet. Hij zat met andere bedoeïenen samen, die voor het eerst een gezamenlijke maaltijd nuttigden na het beëindigen van het vasten tijdens de ramadan.

Te gast bij de Bedoeienen. (Alle foto’s: Aviel Schneider)

Ondertussen woedde in Israël de Tik-Tok terreur over de sociale media. Er waren al rellen uitgebroken bij de Damascuspoort in Jeruzalem. Dit gebeurde vrijwel elke dag, steeds na het einde van het vasten, in het donker. De ramadan vormt in de zomer een zware belasting, omdat er tijdens de zomer­dagen meer licht-uren zijn en het klimaat warm is. In de Sinaï benutten de bedoeïenen elk uur van de dag, en elke gelegenheid, om in de schaduw even te slapen en ze houden zich ‘s nachts wakker met opium in hun thee.

Bij ons groepje hadden zich ook jonge Israëli’s aange­sloten, die ook de zons­onder­gang wilden beleven, en die met ons rond het vuur zaten in de eerste duisternis.

Een pastoraal moment ergens in de Sinaï dat, met onze gedachten aan thuis, heel snel voorbij was. (Video: Aviel Schneider)

Wij spraken wat met elkaar over de voortdurende uitbarstingen van geweld in het land, over de gevoelige kanten van het samenleven van Joden en Arabieren, waarbij er steeds weer over dezelfde stenen wordt gestruikeld, en over de hoop dat een escalatie te vermijden zou zijn.

In het gesprek kwamen we er op, hoe snel de escalatie in Israël van nul naar honderd schiet, en spraken we over een mogelijke aanval van Hamas vanuit Gaza. ‘Het werd ook wel weer tijd, want de laatste ronde in Gaza vond alweer zeven jaar geleden plaats, en de statistieken in ons land winnen altijd’, zei iemand cynisch, wiens naam ik niet ken. En daar moest iedereen daar zijn zegje aan bijdragen. Sommige dingen klonken logisch, andere niet.

Toen roerde iemand in het groepje rond het vuur aan, dat je Arabieren niet kunt vertrouwen. Dit zijn woorden die altijd snel opduiken in dergelijke omstandigheden. Maar in dit geval herinnerde ik de jonge Israëli’s eraan, dat we ons nu met Bedoeïenen in een afgelegen plek in de Sinaï bevinden. In zekere zin vertrouwen we hen dus, want anders waren we niet met hen meegegaan. Mijn Bedoeïenen-vriend verstaat Hebreeuws en vertelde me later dat de Palestijnen een ander geval zijn. In het begin begreep ik niet wat hij bedoelde. Maar toen legde hij mij uit dat Arabieren in Israël met meer respect worden behandeld, dan de Bedoeïenen door de Egyptenaren worden behandeld (door de autoriteiten danwel de soldaten). Bedoeïenen en Egyptenaren worden in de Sinaï niet gelijk behandeld.

Ik kan begrijpen waarom jonge Israëli’s moslims vaak niet vertrouwen. De talrijke uitbarstingen van haat zetten veel zaken onder druk, zoals vertrouwen, loyaliteit, samenleven en harmonie tussen mensen. Heeft het wel zin om daarin te investeren? Misschien verbeelden we ons iets dat toch niet mogelijk is. Deze gedachten werden in deze groep hardop uitgesproken. Ik wil mijn vrienden onder de Bedoeïenen en de Arabieren in ons land ondanks alles vertrouwen, ik doe dat heel bewust, maar weliswaar met een ‘beperkte garantie op succes’.

Toen veranderden we van onderwerp en spraken we over de toekomst. Jonge mensen zijn geneigd het leven en de wereld uit liefde te nemen zoals ze zijn. We zitten in de Sinaï en we dromen over het Beloofde Land. Maar in ons geval weten we wat ons, in het Beloofde Land dat vloeit van melk en honing, te wachten staat. Onrust, hard werken, studeren, politiek, Bibi, stress maar ook veel liefde voor het land.

‘Een land dat zijn inwoners verslindt’, zei eens een jonge Israëlische vrouw, een uitdrukking die vaak wordt gebruikt in onrustige tijden in ons land. Maar deze zin werd uitgesproken door enkele van de tien verkenners, die bang waren om het Beloofde Land te gaan innemen. Zij verkenden het land, onder leiding van Jozua en Kaleb, maar zagen hun kansen negatief in. Jozua en Kaleb, daarentegen zagen, ondanks alle gevaren, het positieve en vertrouwden op God. Dit voorbeeld is leidend voor mij in mijn leven en dit is wat ik ook doorgaf in dit gesprek. Dit is hoe ik het bestaan van Israël en de politiek in het Midden-Oosten beoordeel. Tenslotte merkte iemand op, dat we meer naar zons­onder­gangen zouden moeten kijken dan naar Netflix.

Daarna sprongen we weer in de pick-up en reden in diepe duisternis, door de woestijn, terug naar Nuwaiba aan het strand. De warme lucht omhulde ons daar en een prachtige sterrenhemel omgaf de oude Toyota. Er was weer een dag voorbij en de volgende ochtend brak er weer een nieuwe aan. We vertrokken weer naar huis in het beloofde Land, en natuurlijk met een PCR test.

Groeten uit Jeruzalem,

Aviel