Egyptische Joden; een modern Exodusverhaal

 

Door Rachel Avraham |

Egyptische Joodse meisjes tijdens Bat Mitzvah ceremonie in de stad Alexandrië (Foto: Foto – publiek domein)

‘Hoewel veel mensen het misschien niet weten, werd de Israëlische natie geboren in Egypte,’ vertelde Levana Zamir, die aan het hoofd staat van de Internationale Vereniging van Joden uit Egypte, aan Israel Today ‘Jacob, onze voorvader, ging naar Egypte met 60 mensen, en wij keerden terug met 600.000. In de Hagaddah van Pesach staat geschreven dat we daar in een natie werden veranderd. God veranderde een familie in een natie. Wij zijn allen de zonen van Jacob; daarom is de Israëlische natie in Egypte geboren.’

Korte geschiedenis van de Joden in Egypte
Ondanks de uittocht uit Egypte is er altijd een Joodse gemeenschap geweest in het Noord-Afrikaanse land. Er is nooit een situatie geweest waarin er geen gemeenschap van Joden was in Egypte. Het was soms klein en andere keren groot, maar duizenden jaren lang is er altijd een Joodse gemeenschap geweest.

Zamir merkte op dat volgens de geschriften van de bekende Joodse geschiedenisschrijver Josephus Flavius er in de Hellenistische (Griekse) tijd een miljoen Joden woonden in Egypte, voornamelijk in en rond de stad Alexandrië.

Zamir verteld: ‘Onder de Grieken was er tolerantie voor hun geloof. De Egyptische Joodse gemeenschap had veel belangrijke figuren in de Hellenistische periode. Bijvoorbeeld, Yedida Ha-Alexandroni was een groot filosoof. Er was ook een Hogepriester die op slechte voet stond met de Grieken zodat zij hem wilden doden, dus verdween hij naar Egypte en bouwde een grote tempel lijkend op die in Jeruzalem. Toen kwamen de Romeinen en veranderden de wetten. Er was geen gelijkheid meer tussen de Joden en de Grieken. Er was een grote opstand in Israël en de Romeinen doodden duizenden Joden. Het waren barbaren.’

Volgens Zamir leden de Joden ook onder de Islamitische overheersing, zij het minder in Egypte dan daarbuiten ‘In Arabische landen waren Joden altijd ‘dhimmi’ en moesten ze de zogenaamde ‘jizya’ belasting betalen voor bescherming en werden ze gedwongen moslim te worden. Zo niet, dan werden ze gedood. Yaakov Ibn Khillis, een Jood uit Egypte, was een ‘vizier’, ofwel een hooggeplaatste ambtenaar. Hij viel echter uit de gratie bij de koning en moest vluchten voor zijn leven naar Fatimidische gebieden. Volgens Zamir hielp hij de Fatimiden om Egypte binnen te vallen: Hij hielp de Fatimiden ook bij het oprichten van de Al Azhar Universiteit, het centrum van de Soennitische Islam.’

Een andere prominente figuur in de Egyptische Joodse gemeenschap was Moshe ben Maimon, die ook wel Maimonides werd genoemd, een van de meest vooraanstaande Thorageleerden van het Jodendom.
‘Hij vluchtte uit Spanje naar Marokko en nadat ze hem wilden doden, ging hij naar Egypte. Hij was de dokter van de sultan. Hij bad in de El Ezra Synagoge. Hij schreef in het Joods-Arabisch. Hij schreef een brief aan de Joden van Jemen, waarin hij betoogde dat het religieus geoorloofd was te veinzen dat men zich bekeerde tot de Islam om zijn leven te redden. De Cairo Genizah bevatte veel heilige documenten. De hele geschiedenis van de Joden in Egypte is hier te vinden. Ze schreven zowel in het Arabisch als in het Hebreeuws. Het laat zien hoe Egyptisch wij Joden waren,’ aldus Zamir.

Foto: Model van de El Ezra Synagoge

Zamir beweert dat de status van Egyptisch-Joodse vrouwen hoger was dan in andere Arabische landen: ‘Geld dat een vrouw in een huwelijk inbracht voor de bruidsschat was van haar, niet van haar echtgenoot in het Egyptische Jodendom. Dit gaf macht aan de Egyptisch-Joodse vrouw. Dus, als de echtgenoot niet goed was, kon zij het geld nemen en scheiden. Een man kon Egypte niet verlaten zonder de toestemming van zijn vrouw. Egypte gaf veel macht aan de vrouwen. In Egypte werkten de vrouwen en hadden hun eigen bedrijfjes.’

Europa bracht nationalisme naar Egypte
Volgens Zamir heeft Egypte een rijke cultuur, die dateert van voor de opkomst van het Arabisch nationalisme ‘De Egyptische aristocraten zagen zichzelf niet als Arabieren. Wij zijn een natie die voortkwam uit de farao’s. De regering was Turks, want we werden geregeerd door de Ottomanen. Arabisch nationalisme werd uit het buitenland geïmporteerd. Al Afghani bracht Arabisch nationalisme naar Egypte. Voor hem was Egypte voor de Egyptenaren, niet voor de Arabieren.’

Zamir vervolgd: ‘De Joden hebben Egypte opgebouwd. Alle eerste banken, inclusief de Nationale Bank van Egypte, waren in handen van Joden. Wij Joden uit Arabische staten zijn meertalig. Ik spreek Italiaans, Frans, Engels, Arabisch en Hebreeuws. Ik heb op een christelijke school gestudeerd. We waren goed geïntegreerd.’
Maar, Zamir merkte op dat dit alles er niet toe deed: ‘De Arabieren wilden niet dat er een Joodse staat kwam. Dus namen ze mijn vaders zaak af en zetten ze mijn oom anderhalf jaar gevangen voor de misdaad van zionist te zijn. Veel Joden werden anderhalf jaar gevangengezet. Ik was 10 jaar oud. Ze klopten op de deur en stalen veel dingen, en ze arresteerden mijn oom. Ze probeerden mijn piano te veilen, maar dat mislukte dankzij de tussenkomst van een Arabische vriend. Ik wist niet van mijn ooms gevangenschap. Ik ging naar school en mijn leraar vertelde me dat ze mijn oom naar de gevangenis brachten. Ik dacht dat hij iemand vermoord had. Ik was pas 10. Ik huilde en ging naar mijn moeder en vroeg wat hij had gedaan. Ze zei: ‘Ze hebben hem meegenomen omdat we joods zijn.’

‘Het was een trauma voor mij om hem naar de gevangenis te zien gaan omdat hij Joods is, legde mijn moeder uit. Ze zei; ‘Ik had er ’s nachts nachtmerries over. Ik droomde dertig jaar lang dat ik in ons huis was. Een moslimvriendin van mij was daar, en alle Arabieren hoorden mij Hebreeuws tegen haar spreken. Ik wilde in de droom Frans of Arabisch spreken, maar het kwam er in het Hebreeuws uit. Ik werd toen bang dat ik ook in de gevangenis terecht zou komen omdat ik Joods ben. We wachtten anderhalf jaar tot ze mijn oom uit de gevangenis vrijlieten. Ze stuurden hem direct van de gevangenis naar een boot. Toen werden we uitgewezen en konden we maar met één koffer vertrekken. We gingen in het midden van de nacht.

Volgens Zamir verslechterde de situatie verder in de jaren vijftig, nadat zijn moeder al was vertrokken: ‘Toenmalig dictator van Egypte, Nasser verdreef de Fransen en Britten uit het Suezkanaal. Hij verdreef alle Britse, Franse bedrijven en de Joodse bedrijven. Engeland, Frankrijk en Israël begonnen de Suez-oorlog. We waren bijna in Cairo. We veroverden Port Said. Maar toen zeiden de Amerikanen dat we moesten stoppen. Daarna was er de Zesdaagse Oorlog die alle Egyptische vliegtuigen vernietigde. Alle vliegtuigen vielen op de grond uit elkaar. Ze namen de overgebleven Joden gevangen en martelden hen dagelijks. Er waren drie golven van opsluiting gevolgd door uitzetting, een na 1938, een in de jaren 1950 tijdens de Suez-crisis en een rond de Zesdaagse Oorlog in 1967. Er was niemand meer op school. Iedereen ging naar de gevangenis. De Consul van Spanje redde veel van de Sefardische Joden, met het argument dat zij Spaanse burgers waren. Degenen die geen consul hadden om hen op te eisen, bleven echter anderhalf jaar in de gevangenis. Dit is het verhaal van de etnische zuivering van de Joden uit Egypte.’

Uiteindelijk zouden 50.000 Egyptische Joden gedwongen worden naar Israël te vluchten. Vanuit Zamir’s perspectief is het een hedendaags exodusverhaal, dat bijna net zo dramatisch is als het oorspronkelijke verhaal in de Bijbel.

Dr. Mohammed Aboulghar, een van de oprichters van de Egyptische Sociaaldemocratische Partij, publiceerde onlangs een boek getiteld ‘Jews of Egypt: Departure and Dispersion,’ (De Joden van Egypte; vertrek en verspreiding) waarin hij betoogt dat de Egyptische Joden verantwoordelijk waren voor hun eigen exodus.

‘Het ontkennen van de tragedie van een miljoen Joden uit Arabische landen is als het ontkennen van de Holocaust, hoewel dit laatste van een andere orde is,’ merkte Zamir op. We hebben niets gezegd nadat Dr Aboulghar zijn eerste boek publiceerde. Maar als wij Joden in Egypte ons niet uitspreken tegen leugens, wie zal het dan wel doen?’

Egyptisch Joods museum