Een beetje perspectief, alstublieft: Israël heeft rechterlijke toetsing niet geannuleerd

Er valt veel te bespreken en zelfs te protesteren, maar laten we beginnen vanuit een op feiten gebaseerd perspectief. Al het andere is slechts holle frase.

Door Ryan Jones | | Onderwerpen: justitiële hervormingen
Tegenstanders van de hervorming protesteren tegen wat zij het "einde van de democratie" in Israël noemen. Foto: Gili Yaari / Flash90

Het debat over Israëls wetsvoorstel voor de hervorming van de rechterlijke macht in relatie tot “redelijkheid” bereikt koortshoogte. Veel mensen hebben redenen om de redelijkheiddoctrine te steunen, en veel mensen hebben redenen om er tegen te zijn (en dus de pas aangenomen wet te steunen). Daar gaan we het hier niet over hebben.

In plaats daarvan moeten we een korte blik werpen op enkele basisfeiten, anders begint het debat vanuit een zeer vertekend en verkeerd perspectief.

Israël heeft nog steeds wettelijke controle

Ten eerste, en dat is het belangrijkste, neemt de nieuwe wet de rechterlijke toetsing in de Joodse staat niet weg.

Het Hooggerechtshof van Israël heeft nog steeds de macht om alle regeringsbeslissingen of wetten die in strijd zijn met de grondwettelijke basiswetten, inclusief die met betrekking tot mensenrechten, te herzien en ongedaan te maken.

In tegenstelling tot wat op sociale media gedeeld wordt, kan de vurige nationalist Itamar Ben-Gvir niet plotseling een wet aannemen om Arabieren uit Israël te verdrijven. Zelfs met de nieuwe wet die nu van kracht is, zou zo’n wet door het Hooggerechtshof verworpen kunnen worden wegens schending van de Basiswet: Menselijke waardigheid en vrijheid.

Het vermogen van het Hooggerechtshof om de wet te handhaven blijft intact, en daarmee ook zijn rechterlijke toetsing van de wetgevende macht.

De toonaangevende Israëlische kranten hadden vandaag allemaal een zwarte voorpagina om een “donkere dag voor de Israëlische democratie” te markeren. Maar zonder context kan dit perspectief misleidend zijn.

Geen verandering, maar een ommekeer

Gedurende 37 jaar na de onafhankelijkheid van Israël, mocht het Hooggerechtshof de doctrine van “redelijkheid” niet toepassen. Zij mocht alleen wetten ongedaan maken, wanneer bewezen was dat ze in strijd waren met de basiswet. Dit is vergelijkbaar met het Amerikaanse Hooggerechtshof, dat alleen wetten van het Congres kan vernietigen als het kan bewijzen dat ze ongrondwettelijk (d.w.z. illegaal) zijn.

De “Constitutionele Revolutie” vond plaats halverwege de jaren ’80 tot begin jaren ’90. Toen kreeg het Hooggerechtshof de bevoegdheid om regeringsbesluiten en wetten te schrappen, wanneer de zeven zittende rechters ze “onredelijk” vonden, zelfs als ze niet illegaal waren. Deze bevoegdheid is niet in de wet vastgelegd.

En omdat het niet in de wet was vastgelegd, was de redelijkheidnorm die voorheen werd gebruikt niet gedefinieerd. Het was dus in feite gebaseerd op de interpretaties, meningen en grillen van de rechters van het Hooggerechtshof.

Eerder steunde de oppositie de hervormingen

Een groot deel van de hervormingswetgeving werd aangescherpt onder de huidige minister van Justitie Yariv Levin. Toch stonden de meeste voorgestelde hervormingen ook al op de agenda van de vorige regering onder de huidige oppositieleider Yair Lapid.

Gideon Sa’ar was de toenmalige minister van Justitie, en de leider van de partij Nieuwe Hoop. Sindsdien is hij gefuseerd met Benny Gantz en de nummer 2 is in het Nationale Kamp. Tijdens zijn ambtstermijn vorig jaar had Sa’ar een plan voorgesteld om de bevoegdheden van het Hooggerechtshof in te perken en het evenwicht te herstellen. Net als de huidige regering wilde hij in het bijzonder de procureur-generaal bepaalde bevoegdheden ontnemen. Ook stelde hij voor om het selectieproces voor nieuwe rechters van het Hooggerechtshof op televisie uit te zenden om het publiek meer inzicht te geven, zo niet meer inspraak.

Het is bekend dat Lapid zelf zeer kritisch staat tegenover de inmenging van het Hooggerechtshof in politieke zaken.

In een toespraak aan het Interdisciplinair Centrum in Herzliya in 2014 verklaarde Lapid (die toen minister van Financiën was):

“Het Hooggerechtshof [en de begrotingscommissie van de minister van Financiën] heeft geoordeeld dat politici niet geschikt zijn om te regeren. Mijn doel is om de soevereiniteit van de staat te herstellen. De regering moet de agenda bepalen. Er is geen ander orgaan dat de macht heeft om dat te doen. Niet als we in een echte democratie willen leven.”

Lapid vervolgde: “Ja, er zijn domme politici. Er zijn incompetente politici. Er zijn politici die geen ruggengraat hebben en zwak zijn, maar wat kunnen we eraan doen? Zo werkt democratie. Als het publiek ze gekozen heeft, dan zijn ze gekozen. Alle andere opties zijn een directe aanval op het idee van democratie.

Oppositieleider Yair Lapid had zich eerder uitgesproken tegen het machtsmisbruik van het Hooggerechtshof.

Wil je een voorbeeld?

Terug naar de kwestie van “redelijkheid”. Een recent voorbeeld van de toepassing ervan is de diskwalificatie van Shas-partijleider Aryeh Deri als minister.

Deri was eerder veroordeeld voor corruptie, maar als hoofd van een belangrijke coalitiepartij voelde premier Benjamin Netanyahu zich verplicht om hem een hoge ministerspost te geven. Het Hooggerechtshof oordeelde dat dit weliswaar niet strikt illegaal was, maar wel “ongepast” en verbood daarom de benoeming.

Dit is een belangrijk voorbeeld omdat het niet eenduidig is. Veel voorstanders van de nieuwe wet, die de bevoegdheid van het Hoogerechtshof aan banden legt, zouden het er tegelijkertijd mee eens zijn dat de misdaden van Aryeh Deri hem ongeschikt maken om te regeren.

Maar daar gaat het niet om. De vraag is of het Hooggerechtshof het recht heeft om die beslissing te nemen. Zonder twijfel heeft het Hof het recht om de wet te handhaven. Maar heeft het ook het recht om de regering te weerhouden van het nemen van slechte beslissingen?

In andere democratieën heeft het Hooggerechtshof dat recht niet. Amerikaanse regeringen nemen voortdurend slechte, politiek kostbare beslissingen en worden daarvoor gestraft via de stembus. Maar zolang ze de grondwet van de Verenigde Staten niet schenden, heeft het Hooggerechtshof niet het recht om in te grijpen.

Past dit model ook bij de situatie in Israël? Dat is een onderwerp voor discussie. Maar laten we beginnen vanuit een op feiten gebaseerd perspectief, anders houden we ons alleen maar bezig met destructieve stemmingmakerij.

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox