Deel van Jeruzalems oude stadsmuur gevonden

Een nieuw gevonden stuk muur in het Museum­park ‘City of David’ verbindt de eerder gevon­den delen van de oude stads­muur (uit de eerste Tempel­periode), die decennia geleden zijn al zijn opge­graven, en bewijst dat de Stad van David door een indruk­wek­kende forti­ficatie werd beschermd.

Door Redactie Israel Today |

Afbeelding: Een Babylonisch zegel, gevonden tussen de ruïnes van het oude Jeruzalem. (Foto: Olivier Fitoussi/Flash90)

Naar aanleiding van de opwindende ontdekking van een groot deel van de stadsmuur van het oude Jeruzalem, dat dateert uit de Eerste Tempelperiode, verzond de Israëlische Archeologische Dienst volgende persbericht. Sommigen hebben opgemerkt dat deze vondst gedeel­telijk in tegen­spraak lijkt te zijn met het bijbelse verhaal, waarin Babylonische belegeraars de muren van Jeruzalem volledig verwoestten na de verovering van de stad.

Volgens onderzoekers verbindt deze vondst andere delen van de muur, die tientallen jaren geleden werden blootgelegd, met elkaar en is nu het bewijs geleverd dat de oostelijke helling van de Stad van David werd beschermd door één indruk­wekkende vestinglinie. In de buurt van de muur werden een aantal vondsten gedaan, zoals een Babylonisch zegel, een zegelafdruk met een persoonlijke naam in oud Hebreeuws schrift, alsmede vaten die in gebruik waren aan de vooravond van de verwoesting van de stad.

Een sectie van de verdedigingsmuur van het oude Jeruzalem werd gevonden op de steile oostelijke hellingen van de Stad van David. (Foto: Olivier Fitoussi/Flash90)

Archeologische opgravingen uitgevoerd door de Israëlische Archeologische Dienst in het Nationale Museumpark ‘City of David’ hebben de overblijfselen blootgelegd van de stadsmuur, die werd gebouwd in de IJzertijd (de dagen van de Eerste Tempel in het Koninkrijk Juda ), om Jeruzalem te beschermen tegen vijanden uit het oosten.

De directeuren van de opgravingen, Dr. Filip Vukosavović van het ‘Ancient Jerusalem Research Center’ en Dr. Joe Uziel en Ortal Chalaf namens de Israëlische Archeologische Dienst leggen uit: ‘De stadsmuur beschermde Jeruzalem tegen een aantal aanvallen tijdens de heerschappij van de koningen van Juda, tot de komst van de Babyloniërs, die erin slaagden door de muren heen te breken en de stad te veroveren. De overblijfselen van deze ruïnes zijn nu te zien in de archeologische opgravingen. Niet alles werd echter verwoest en delen van de muren, die de stad nog decennia lang beschermden, staan tot op de dag van vandaag nog overeind.’

Het nieuwe gedeelte van de muur die werd blootgelegd, verbindt twee delen die eerder werden opgegraven op de oostelijke helling. In de jaren 60 legde de Britse archeologe Kathleen Kenyon een deel van de muur bloot op het noordelijke deel van de helling, en dateerde dit gedeelte van de muur in de dagen van het Koninkrijk van Juda.
Ongeveer tien jaar later legde de archeoloog Yigal Shiloh een lang stuk van de muur bloot tijdens opgravingen op het zuidelijke deel van de helling.

In de loop der jaren is beweerd dat ondanks het indrukwekkende karakter van de overblijfselen, deze overblijfselen van stenen structuren niet mogen worden gezien als de overblijfselen van stadsmuren. Maar met het blootleggen van dit nieuwe deel dat aansluit bij deze vroegere ontdekkingen, lijkt het debat beslecht, namelijk dat dit ondubbelzinnig de oostelijke stadsmuur van het oude Jeruzalem moet zijn geweest.

De indrukwekkende overblijfselen van de verdedigings­werken van het oude Jeruzalem zullen later dit jaar worden tentoon­gesteld. (Foto: Olivier Fitoussi/Flash90)

Reconstructie van de secties die tijdens eerdere opgravingen in het begin van de 20e eeuw werden ontdekt, maakt het mogelijk om nog eens bijna 30 meter van de overgebleven muur te traceren tot een hoogte van 2,5 meter en een breedte tot wel 5 meter.

In 2 Koningen 25:10 is de beschrijving van de verovering van de stad door de Babyloniërs beschreven: ‘Het hele leger van de Chaldeeën dat de bevelhebber van de lijfwacht bij zich had, brak de muren rondom Jeruzalem af.’
Het lijkt er echter op dat de Babyloniërs de oostelijke muur niet volledig hebben verwoest, mogelijk vanwege de steilte van de oostelijke helling van de Stad van David, die onder een hoek van meer dan 30 graden naar de Kidronvallei helt.

Verbazend goed bewaarde overblijfselen getuigen van de belangrijke positie van de stad vóór haar verovering. (Foto: Olivier Fitoussi/Flash90)

Bewijzen van de verwoesting zijn te zien in het gebouw dat naast de muur stond, en werd blootgelegd tijdens vorige opgravingen. In het gebouw werden rijen voorraad­potten gevonden, waarvan de meeste vernietigd werden, toen het gebouw afbrandde en instortte. De kruiken dragen ‘rozet’ gestempelde handvaten, met de vorm van een roos, die in verband wordt gebracht met de laatste jaren van het koninkrijk van Juda.
Vlakbij de muur werd een Babylonisch zegel van steen gevonden, waarop een figuur staat afgebeeld met symbolen van de twee Babylonische goden Marduk en Nabu. Niet ver daarvandaan werd een van klei gemaakte zegelafdruk gevonden, met de naam van een Judese burger, Tsafan.

De vondsten zullen in oktober a.s. worden gepresen­teerd op een conferentie georganiseerd door de Israëlische Archeoligische Dienst onder de titel ‘Nieuwe Studies over de archeologie van Jerusalem en haar omgeving’.

Wilt u meer nieuws ontvangen over Israël? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.