In de Torah portie van deze week lezen we over de profetie die de Joden duizenden jaren lang heeft bemoedigd en die tot voor kort onmogelijk leek:
“Maar het zal geschieden, wanneer al deze woorden over u zullen komen, de zegen en de vloek, die ik voor u gesteld heb, en gij zult het ter harte nemen onder alle heidenvolken, onder wie de Here, uw God, u geworpen heeft, en gij zult terugkeren tot de Here, uw God, en zijn stem gehoorzaamt in alles wat ik u heden gebied, u en uw kinderen, met geheel uw hart en met geheel uw ziel, dan zal de Here, uw God, uw lot veranderen en zich over u ontfermen en u weer bijeenbrengen uit alle volken, waar de Here, uw God, u verstrooid heeft.
En al zijt gij uitgeworpen tot aan de einden des hemels, de Here, uw God, zal u van daar verzamelen, en u van daar halen. En de Here, uw God, zal u wederbrengen in het land, dat uw vaderen bezeten hebben, en gij zult het bezitten; en Hij zal u goed doen en u vermenigvuldigen boven uw vaderen.” (Deut. 30:1-5)
Tijdens de lange ballingschap van de Joden was het ondenkbaar dat ze naar hun land zouden terugkeren en daar een staat zouden stichten. Pas in de laatste 150 jaar hebben de omstandigheden zich zo ontwikkeld dat deze gedachte zelfs maar kon opkomen en zelfs Theodor Herzl noemde de terugkeer naar het Heilige Land een droom.
Vandaag de dag is deze droom werkelijkheid en is de tot nu toe ongelooflijke profetie uit het vers hierboven voor ons beschikbaar om de goddelijkheid van de Bijbel aan onze medemensen te bewijzen. Natuurlijk kan men tegenwerpen dat de terugkeer van de Joden naar hun land op natuurlijke wijze tot stand kwam en dit is waar in vergelijking met de inname van het land onder Jozua.
Maar het feit dat de Bijbel de verdrijving uit het land en de terugkeer voorspelde, is op zichzelf al ongelooflijk. Welke valse, zelfbenoemde profeet zou zo’n voorspelling wagen. Het kan alleen geschreven zijn door iemand die wist dat het zou gebeuren.
Dus aan de ene kant hebben we deze ongelooflijke profetie en aan de andere kant is ze echt uitgekomen in onze tijd! Dit zijn twee punten die een Bijbelcriticus aan het denken zouden moeten zetten.
Maar het wordt nog beter, want een paar verzen verderop staat:
“En de Heer, uw God, zal u overvloed geven in al het werk van uw handen, in de vrucht van uw lichaam, in de vrucht van uw vee, in de vrucht van uw land tot uw welzijn; Want de Heer zal zich opnieuw over u verheugen ten goede, zoals Hij zich over uw vaderen heeft verheugd, indien gij de stem van de Heer, uw God, zult gehoorzamen en Zijn geboden en Zijn inzettingen zult onderhouden, die in dit wetboek geschreven staan; indien gij u met heel uw hart en met heel uw ziel tot de Heer, uw God, zult wenden. ” (Deut. 30:9-10)
Het klinkt alsof de volgende stap in de historische ontwikkeling van het Joodse volk de overvloed is die ze in hun land zullen ontvangen. We hebben gezien dat de Joden terugkeerden naar hun land. Hun leven in het land zal dan gepaard gaan met overvloed. Voor ons, arme Israëli’s, die in het duurste land van de OESO leven, is deze profetie zeer welkom. Ze is nog niet uitgekomen, maar net als de vorige zal dat hopelijk snel gebeuren.
Waarom leven we nog niet in overvloed? Misschien omdat de profetieën geformuleerd zijn als voorwaarden. De voorwaarden voor het uitkomen ervan worden gesteld: “… en gehoorzaam zijn stem in alles wat ik u heden gebied … als gij de stem van de Here, uw God, wilt gehoorzamen en zijn geboden en inzettingen, die in dit wetboek geschreven staan, wilt onderhouden.”
Keer op keer wordt in de Bijbel van de mensen geëist dat ze de geboden gehoorzamen en het lijkt erop dat dat is wat we vandaag de dag missen om de volgende stap in de geschiedenis van de wereld te zetten.