De Palestijnse versie van de Wannsee Conferentie

De Palestijnen hielden vorige week een gevaarlijke, nazi-achtige conferentie, over wat er in Palestina moet gebeuren nadat het land bevrijd is van de Joden. Maar dat kon u niet weten, want de media schreven er niet over – behalve een.

Door Tsvi Sadan |

Wanneer u er nog niet van gehoord hebt, bent u niet de enige. En als u niet een van die Israëli’s bent die het dagblad Israel Hayom leest, is de kans groot dat u niets hebt gehoord over de conferentie van de Raad voor de Bevrijding van Palestina, die op 30 september plaatsvond in Gaza, getiteld ‘Belofte van het Hiernamaals – Na de Bevrijding van Palestina.’

Om er zeker van te zijn dat mensen niet de vergissing zouden maken om deze conferentie te degraderen tot de irrelevante extreem Islamitische hoek, maakte Hamas leider Yahyah Al-Sinwar bekend, dat hij, samen met andere hoge Hamas functionarissen, de conferentie sponsort, en volledig achter de verklaring van de conferentie staat, die werdvertaald in het Hebreeuws en Engels en gepubliceerd door MEMRI.

Zoals de titel van deze conferentie aangeeft, bespraken de Palestijnen serieus wat zij zouden doen met de overgebleven Joden die hun campagne om ‘Palestina van de rivier tot de zee te bevrijden’ (van de Jordaan tot de Middel­landse Zee) zouden overleven. Zij bespraken ook wat zij zouden doen met het land en de infra­structuur op de dag nadat Israël niet meer zal bestaan. En, bedenk wel, hoewel dit een Hamas-conferentie was, delen de Palestijnen als geheel, met inbegrip van de Israëlische Palestijnen, min of meer dezelfde visie.

De oplossing waarover de Raad het eens werd voor het Joodse probleem is gebaseerd op het Pact van Umar Bin Al-Khattab uit de 7e eeuw, dat volgde op de verovering van Jeruzalem uit de handen van de Byzantijnen. Het houdt onder meer in dat Israël volkomen verslagen zal worden, niet door een of andere geweldloze omstandigheid, maar als resultaat van een militaire campagne.

Afgezien van het voor de hand liggende feit dat Israël een moslimstaat zal worden die alle Palestijnse ‘vluchte­lingen’ naar hun oorspronkelijke woningen zal doen terugkeren, zal het toekomstige Palestina om erkenning door de VN vragen op basis van het Verdrag van Wenen van 1978 inzake de Opvolging van Staten. Dit Verdrag is in dit geval echter irrelevant, omdat het ‘alleen van toepassing is op de gevolgen van een erfopvolging van Staten in overeenstemming met het internationaal recht’. Toch gaan de Palestijnen er terecht van uit dat de VN en de ‘inter­nationale gemeen­schap’ een manier zullen vinden om het toekomstige Palestina de status van legitieme Staat toe te kennen ter vervanging van de postkoloniale onwettige Staat (Israël).

Van bijzonder belang zijn de artikelen over het Joodse probleem, dat niet vanzelf zal worden opgelost. Aangezien er veel Joden zullen overblijven na het grote bloedbad dat zeker gepaard zal gaan met de nederlaag van Israël, luiden de aanbe­ve­lingen van deze confe­rentie als volgt:

Artikel 15: ‘Wat betreft de joodse kolonisten op Palestijns land moet er een onder­scheid zijn in houding ten opzichte van [het volgende]: een strijder die gedood moet worden; een [jood] die op de vlucht is en met rust gelaten kan worden of voor zijn misdaden vervolgd kan worden in de gerechtelijke arena; en een vreedzaam individu dat zichzelf overgeeft en [ofwel] geïnte­greerd kan worden of de tijd kan krijgen om te vertrekken. Dit is een kwestie die diep­gaande beraad­slaging vereist en een blijk van het humanisme dat de islam altijd heeft gekenmerkt.’

Artikel 16: ‘Geschoolde Joden en deskun­digen op het gebied van genees­kunde, techniek, technologie en civiele en militaire industrie moeten [in Palestina] enige tijd worden vastge­houden en mogen niet vertrekken en de kennis en ervaring meenemen die zij hebben opgedaan terwijl zij in ons land woonden en genoten van de overvloed ervan, terwijl wij de prijs voor dit alles betaalden in verne­dering, armoede, ziekte, ontbering, moord en arrestaties.’

Een paar dingen moeten worden verduidelijkt.
Ten eerste, ‘Joodse kolonisten’ betekent Joodse Israëlische burgers.
Ten tweede, ‘een strijder die gedood moet worden’ betekent elke Joodse persoon die dient in de veilig­heids­diensten van Israël, of het nu een soldaat in reguliere dienst of in reserve is, een politie­agent, enz. Bijgevolg moet, althans wat de soldaten betreft, iedere man van 18 tot 40 jaar ter dood worden gebracht.

Maar er zijn uitzonderingen, die voorkomen in artikel 16. ‘Geschoolde Joden’, zelfs leger­personeel, moeten worden uitgebuit als dwang­arbeiders in dienst van Palestina, totdat al hun kennis is onttrokken. Daarna, wie weet wat er zal gebeuren met deze ‘opgeleide Joden.’

Wat de rest van de Joodse overlevenden betreft, alhoewel zij allen misdadigers zijn, zouden zij toch de moge­lijk­heid moeten krijgen het land te ontvluchten en aldus vluchte­lingen te worden. Of zij kunnen ervoor kiezen om in Palestina te blijven als ‘vreedzame individu[en]’, d.w.z. te leven onder de bepalingen van de Dhimmah.

En in plaats van zich met deze conferentie bezig te houden, is de Israëlische regering, vanaf de eerste minister tot de lagere functionarissen, druk bezig op te scheppen over ontmoetingen met Angela Merkel, of een bezoek aan Dubai, of aan een of ander legerkamp.

Het besluit van Israël om deze conferentie te negeren maakt de Palestijnen alleen maar sterker. Wat hen betreft ‘is de tijd gekomen om te handelen’. De voorbereidingen voor de bevrijding van Palestina zijn begonnen met de geest van bevrijding die van deze conferentie uitgaat, en met de voorbereidingen van de strijders wier zielen verlangen naar de bevrijding van het land Palestina en zijn heilige plaatsen. Wij zijn op weg naar de overwinning die Allah aan zijn dienaren heeft beloofd: ‘O jullie die geloofd hebben, als jullie Allah steunen, zal Hij jullie steunen en jullie voeten stevig neerzetten [Koran 47:7]’.’

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.