De betekenis van Soekot in het Joodse geloof

Na Yom Kippoer, de Grote Verzoendag, begint voor het Joodse volk de vreugdevolle feestweek van Soekot, het Loofhuttenfeest. In de oudheid was het een van de drie Joodse pelgrimsfeesten, waarbij de mensen naar de Tempel in Jeruzalem reisden om een offer te brengen.

Door Rachel Avraham |

Afbeelding: Veel loofhutten in de orthodoxe wijk Mea Shearim (‘honderd poorten’) in Jeruzalem. (Foto: Olivier Fitoessi/Flash90)

Vandaag de dag draait het feest van Soekot echter om het huis en de synagoge. De belangrijkste mitswah van deze feestdag is het bouwen van een speciale hut en het uitnodigen van gasten om je in de soekah te komen bezoeken. Deze gasten worden ushpizim genoemd, Aramees voor ‘gasten’. Dat kunnen vrienden en familie zijn, maar het is ook de gewoonte om tijdens deze feestweek de vreem­deling in je midden te verwel­komen die nergens anders heen kan voor het feest, want het Joodse volk was een vreemdeling in het land Egypte, en het wordt als een mitswa beschouwd om de vreemdeling in je midden te verwelkomen.

De vraag rijst, wat is de betekenis van dit feest in het Joodse geloof? Tenslotte is de essentie van Soekot dat we losjes naspelen hoe het was voor de oude Israëlieten om in tenten te wonen en te leven van manna uit de hemel, terwijl zij reisden van Egyptische slavernij naar vrijheid in het Land Israël. Wat is het nut daarvan?

Ik geloof dat het, nadat we Yom Kippoer achter de rug hebben en hopelijk in het Boek des Levens zijn ingeschreven, heel belangrijk is om het nieuwe Joodse jaar te beginnen met een daad van geloof. Tenslotte zijn wij in de soekah niet goed beschermd tegen regen, hitte en kou. We zijn helemaal niet beschermd als er sneeuw ligt. We vertrouwen volledig op G-d om ons te bescher­men tijdens onze tijd in de soekah. Met andere woorden, we verzamelen onze oogst en hopen op de succesvolle voltooiing ervan door te handelen op basis van geloof, in de hoop dat G-d ons alles zal blijven schenken wat we nodig hebben om te overleven.

Toen de oude Israëlieten Egypte verlieten, handelden zij ook op basis van geloof alleen. Gedurende 40 jaar, toen het Joodse volk in de woestijn rondzwierf op weg naar het Land Israël, na slaven te zijn geweest in Egypte, leefden zij in tijdelijke onderkomens, soekot genaamd, en werden zij beschermd door een grote wolk die boven hen zweefde. Gedurende deze periode in de geschiedenis, vertrouwde het Joodse volk op G-d om hen te voorzien van alles wat zij nodig hadden, van water tot manna voedsel dat uit de hemel neerdaalde. Volgens Leviticus 23:42 zitten we in de soekah ‘opdat toekomstige generaties weten dat ik de Israëlieten in hutten heb laten wonen toen ik hen uit het land Egypte leidde.’

Als Soekot de uittocht uit Egypte herdenkt, dan kan men zich afvragen waarom Joden Soekot vieren in de Hebreeuwse maand Tisjrei in de herfst, in plaats van in Nissan, de maand waarin Pesach wordt gevierd? Rabbi Asher Ben Ya’akov (Spanje 1270-1340) stelde precies deze vraag. Hij betoogde dat Soekot wordt gevierd in de herfst, aan het einde van het oogstseizoen, omdat in een soekah zitten terwijl het weer slechter wordt, een ware daad van geloof is, terwijl in een soekah zitten in de lente als de bloemen bloeien en de zon schijnt, geen uitspraak doet over iemands geloof in G-d.

Dit beantwoordt de vraag gedeeltelijk, maar niet helemaal. Mijn voorvader, de Vilna Gaon (Litouwen 1720-1797), van wie ik rechtstreeks afstam, negen generaties terug, stelde dat Pesach (Paasfeest) weliswaar de geschiedenis van Exodus herdenkt en Shavoe’ot (Pinksteren) het moment markeert waarop het Joodse volk de Torah ontving, maar dat het op Yom Kippoer was dat God het Joodse volk de zonde van het Gouden Kalf vergaf. Hij benadrukte echter dat pas op Soekot de Tabernakel na deze zonde weer werd opgebouwd en dat de wolken die boven het Israëlitische kamp zweefden om hen te beschermen, terugkeerden.

Teken van vertrouwen
Tijdens het feest van Soekot begint het Joodse volk het nieuwe jaar door opnieuw te bevestigen dat zij vertrouwen hebben in G-d voor het komende jaar, en door een soekah te bouwen, spelen zij de herbouw van de Tabernakel na de zonde met het Gouden Kalf na. Het Joodse volk werd opgedragen om zeven dagen en nachten lang in de soekah te zijn, omdat het een verklaring is dat wij op G-d vertrouwen om in al onze behoeften te voorzien, net zoals Hij deed toen onze voorouders in de woestijn leefden.

In plaats van in stevige huizen te wonen met daken boven ons hoofd, leven wij in een speciale hut die vatbaar is voor het weer dat G-d ons geeft. Vooral in koudere klimaten is het eten in de soekah in plaats van in je huis een belangrijke geloofs­uiting, want het is niet aan­genaam om in een soekah te eten als stortregens naar beneden komen. Maar in elk klimaat leggen we onszelf in G-ds handen.

Het hebben van geloof en vertrouwen in G-d wordt beschouwd als een belangrijk onderdeel van ons geloof als Joden. Het maakt deel uit van onze missie in deze wereld om niet depressief of boos te zijn over ontbe­ringen of moeilijk­heden waarmee we gecon­fronteerd worden, maar om het leven op een optimistische manier te bekijken en Hashem (de Naam) te vertrouwen dat alles altijd het beste is, zelfs als we niet begrijpen waarom op dit specifieke moment in de tijd. Dit is de reden waarom wij in het Jodendom het Joodse Nieuwjaar beginnen met het maken van zo’n sterke belijdenis van geloof door in de soekah te leven.

Maar omdat ons volk zo lang in de diaspora heeft geleefd, voeren de verschillende Joodse gemeen­schappen de mitswa van de soekah niet op identieke wijze uit. Alle Joden, of men nu Ashkenazisch (Noord-Europees), Mizrachi (oosters), Romaniot (Griekstalige Joden), Berg-Joods (Kaukasus) of Sefardisch (Zuid-Europees) is, eten tijdens deze feestdag in de soekah en spreken een speciale zegening uit over de Vier Soorten.

Terwijl Sefardische en Mizrachi Joden traditioneel in de soekah slapen, doen veel Ashkenazim dat niet. De Talmoed en de Joodse wet leren dat Joden geacht worden in de soekah te slapen. In de tijd van de Talmoed sliepen alle Joden in de soekah. Chabad-Joden en veel niet-chassidische Ashkenazische Joden slapen niet in de soekah, omdat in de 13e eeuw Rabbi Mordechai Ben Hillel Ashkenazi (Duitsland 1250-1298) leerde dat je niet in de soekah mocht slapen als het weer het ongemakkelijk voor je maakte. Sindsdien slapen veel Ashkenaziem niet meer in de soekah.

Alle Joden die een soekah bouwen, wordt opgedragen ten minste drie muren te hebben en het te bouwen onder een open hemel met een speciale dakbedekking, die moet worden gemaakt van materialen die uit de grond zijn gegroeid. Het is gebruikelijk om de soekah te versieren. Hoe Joden de soekah versieren en wat zij er binnen doen, verschilt van plaats tot plaats. De redenen voor het vieren van Soekkot, het bouwen van een soekah, het ontvangen van gasten en het uitvoeren van de zegening van de Vier Soorten zijn echter overal in de Joodse wereld hetzelfde.

In deze tijd van een wereldwijde pandemie heeft Soekkot meer relevantie dan ooit tevoren, omdat het veel moeilijker is om geloof te hebben in tijden van nood dan wanneer alles goed gaat. We moeten echter nog steeds toegewijd blijven aan ons geloof, ondanks de moeilijke tijden waarin we leven, en de feestdag vieren met geloof in Hashem, begrijpend dat alles gebeurt met een reden, zelfs als wij gewone stervelingen niet begrijpen waarom deze pandemie onze wereld heeft getroffen. Daarom moeten we doorgaan met het bouwen van soekot en het ontvangen van ushpizim, alsof er geen pandemie was, want alleen puur geloof zal ons de ultieme verlossing geven.

Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuws­brief.