Israël zit nu twee weken in zijn tweede lockdown sinds in februari voor het eerst Covid-19 in het land werd gesignaleerd. Bijna alles is gesloten, restaurants (afleveringen zijn toegestaan), trouwzalen en andere winkels die geen essentiele zaken verkopen, en bijeenkomsten zijn beperkt tot slechts tien personen in gesloten ruimtes en twintig in open ruimtes.
Twee van de belangrijkste kwesties voor het Israëlische coronakabinet bij het nemen van beslissingen over de omvang en de beperkingen van de lockdown tijdens de Hoge Feestdagen gaan over de protesten en de religieuze bijeenkomsten.
Voor sommigen is het recht op vreedzaam protest het handelsmerk van de democratische samenleving. Het dient als de ‘heilige der heiligen’ van de democratie. Voor anderen is het recht om in hun synagoge vrijelijk te bidden – vooral tijdens de hoge feestdagen – niet minder een heilig sacrament en wordt het evenzeer beschouwd als een hoofdbestanddeel van de democratie, in het bijzonder voor iemand die Joods van karakter is.
In het Israëlische debat worden veel kwesties snel gekaderd in de tegenstelling tussen links en rechts, en de huidige discussie rond protesten en gebed vormt hierop geen uitzondering. De protesten worden alom beschreven als een zaak van linkse, anti-Netanyahu en over het algemeen minder religieuze personen. Verschillende Knessetleden beschreven hen zelfs als ‘anarchisten’.
Degenen die willen dat dezelfde beperkingen gelden voor de protesten als voor de gebedsbijeenkomsten in een synagoge, worden meestal als rechtse, conservatieve, pro-Netanyahu en duidelijk meer religieuze personen omschreven.
Onlangs heeft de Charedische (ultraorthodoxe) gemeenschap, met name in Bne Brak en de wijk Mea Shearim in Jeruzalem, zelf protesten georganiseerd. Zij zijn ook tegen de regering en hebben vooral kritiek op de beperkingen die het coronakabinet oplegt aan religieuze bijeenkomsten en die hun gemeenschappen aanzienlijk beïnvloeden. De protesten van de Charediem zijn niet minder gewelddadig of ‘anarchistisch’, met regelmatig botsingen met de politie, gooien met stenen en klagen over geweld van de politie.
Maar ondanks de beperkingen, die aan de deelname aan protesten tot 1 km vanaf huis werden opgelegd, hebben de anti-Netanyahu-protesten, die zowel tegen Corona als tegen corruptie waren gericht, geen enkel teken van achteruitgang laten zien. In plaats van massale demonstraties met enkele duizenden demonstranten op het Parijsplein naast de officiële residentie van de premier, zijn er tientallen afzonderlijke protesten georganiseerd in heel Israël, van Eilat tot de Golanhoogten, van straathoeken in de wijk tot de grote kruispunten en pleinen in de grote steden van Israël.
Maar in plaats van ons te concentreren op verdeeldheid op basis van rechts en links en karikaturen te maken van zowel seculiere als Charedische demonstranten die de regering bekritiseren wegens haar aanpak van de corona-crisis, moeten we naar boven kijken en aandacht besteden aan het gedrag van de leiders van het land die het lot voor ons allen bepalen door hun beslissing over landelijke beperkingen.
Sinds de eerste lockdown die afgelopen maart begon, hebben juist die publieke en politieke figuren steeds weer de richtlijnen overtreden, die velen van hen aan het publiek hebben opgelegd. In juli nam minister van Volksgezondheid Yuli Edelstein deel aan het verjaardagsfeestje van zijn vrouw, waar een groter aantal mensen aanwezig was dan bij bijeenkomsten was toegestaan, slechts enkele uren nadat hij zelf de beperking bekend had gemaakt.
Het probleem dat de gekozen Israëlische volksvertegenwoordigers niet het goede voorbeeld geven, is blijven bestaan. Minister van Milieubescherming Gila Gamliel werd onlangs beschuldigd van het schenden van de beperkingen die door het Israëlische coronakabinet zijn ingesteld. Ze zou naar het huis van haar man in Tiberias zijn gegaan om Yom Kippoer te vieren, in een synagoge hebben gebeden en vervolgens het coronavirus hebben opgelopen en later naar haar huis in Tel Aviv zijn teruggekeerd om in quarantaine te gaan.
Vorige week zou het huidige hoofd van de Shin Bet ook in strijd met de richtlijnen van het ministerie van Volksgezondheid te hebben gehandeld, toen hij tijdens Soekkot zijn dochter, die niet bij hem in de buurt woont, te ontvangen. De lijst gaat verder.
Juist daarom is het voor de Israëlische wetshandhavers zo moeilijk om de door de regering tijdens deze lockdown opgelegde beperkingen af te dwingen. Sinds het begin van de coronacrisis is het publieke vertrouwen langzaam blijven afbrokkelen. Daarbij is één van de belangrijkste redenen, dat de Israëlische leiders de richtlijnen zelf niet zo ernstig nemen. Een deel van de Israëlische politieke elite past de richtlijnen zelf nauwelijks toe.
Wat moet het volk denken, als ze tijdens de heiligste feestdagen van het Joodse volk feestelijke diners met hun geliefden afzeggen en in sommige gevallen alleen thuis zijn, en hun gekozen leiders – waarvan een aantal voor de beperkingen stemden – doen alsof zij boven de wet staan en zich niet aan de richtlijnen houden?
Wat verwachten de Israëlische leiders als de Israëli’s overal in het land – religieus, seculier, rechts en links – meer deelnemen aan georganiseerde protesten en confrontaties met de Israëlische politie? In het beste geval kunnen. en in het slechtste geval willen ze zich niet aan de verplichte richtlijnen van de regering houden.
Het vertrouwen van het publiek in de coronarichtlijnen van de regering is al lang verdwenen en de Israëlische leiders moeten eerst en vooral hun verantwoordelijkheid nemen. Maar het is niet te laat om het te herstellen in zo’n beslissend stadium, wanneer het aantal mensen in kritieke toestand en aan beademingsmachines op een historisch hoogtepunt zijn sinds het begin van de crisis. De eerste stap is om in het openbaar verantwoordelijkheid te nemen en gewoon het goede voorbeeld te geven door zich te houden aan de richtlijnen die zij zelf aan ons allemaal hebben opgelegd.
Wilt u meer nieuws over Israël ontvangen? Klik hier voor de dagelijkse gratis e-mail nieuwsbrief.