Archeologie: Technologie bevestigt de Bijbel

De doorsnee-Israëli neemt de Bijbel niet letterlijk. Het moderne Israël is gesticht door niet-religieuze mensen die voor het merendeel sceptisch waren over de histo­rische betrouwbaarheid van de Bijbel. Hightech toepassingen steeds belangrijker bij de zoektocht naar Israëls oorsprong en geschiedenis.

Door Redactie Israel Today |

Afbeelding: Met nieuwe technologieën kunnen letters zichtbaar worden gemaakt die met het blote oog niet gezien kunnen worden, zoals het geval is bij de Qumranrollen. (Foto: Hadas Parush/Flash90)

Ben (hij blijft liever anoniem) doet onderzoek als archeoloog aan een Israëlische universiteit. Hij heeft belangstelling voor de Bijbel en heeft in het leger een hightech-opleiding gehad. Ben vertelde ons over de raakvlakken van technologie en de Bijbel, en wat er allemaal op Israëlisch grondgebied wordt gevonden, of beter gezegd: onder de grond in archeologische ruïnes van nederzettingen uit Bijbelse tijden en zelfs daarvoor.

In een rit van minder dan een uur door Israël kun je meer dan tien plaatsen bezoeken die in de Bijbel worden genoemd. Toch nemen veel Israëli’s de Bijbel meestal niet letterlijk. Ook veel van de pioniers van het moderne Israël namen de Bijbelse geschiedenis met een korreltje zout. Nog steeds zijn er twee stromingen als het gaat om Bijbelse archeo­logie. Een sceptische stroming en een stroming die bereid is de Bijbel naast archeo­logische vondsten te leggen.

De Filistijnen bewerkten ijzer
Neem bijvoorbeeld de Bijbelse stelling dat de Filistijnen ijzer bewerkten en gebruikten. In I Samuël 13:19-20 staat: ‘In die tijd was in heel Israël geen smid te vinden. De Filistijnen wilden namelijk voorkomen dat de Hebreeën zwaarden of speren zouden maken. Alle Israëlieten moesten hun ploegscharen, hakken, bijlen en sikkels bij de Filistijnen laten slijpen.’

Lange tijd hebben de sceptici onder de archeologen beweerd dat de Filistijnen niet bekend waren met ijzeren werktuigen. Maar door middel van röntgen­fluores­centie-technologie (XRF) voor analyse van materialen konden archeologen de waarheid van dit Bijbel­gedeelte bewijzen. Verspreid over een groot gebied bij een van de Filistijnse opgravingen, werd het bewijs van ijzer-bewerking gevonden, ook al waren de stukjes ijzer uiterst klein.

Nauwkeurige cartografie
Door technologische ontwikkelingen in de afgelopen jaren maakt 3D-cartografie het trage en onnauwkeurige proces van uitgraven en registreren van archeo­logische vind­plaatsen veel exacter, en het biedt ook meer mogelijk­heden voor analyse. De 3D-cartografie werkt door de afstanden tot alle delen van gevonden voor­werpen en grotere structuren te meten met Lidar-laser­sensoren. Dit kan zelfs gedaan worden vanuit vliegende drones. Meerdere gegevens worden gecom­bineerd om
GIS-modellen van archeologische vindplaatsen te vormen (GIS = geografisch informatiesysteem). Dit systeem brengt meerdere lagen in beeld.

Multispectrum technologie
Multispectrum-apparatuur kan de chemische hand­teke­ningen van chlorofyl uit vegetatie detecteren tot een meter onder de grond. Dit helpt bij het zichtbaar maken van oude muren, die omgeven waren door planten. Toch blijft het een uitdaging om onder de grond ‘te zien’, zelfs met moderne technieken. Wan­neer de beeld­analyse-appa­ratuur door de boven­grond heen kijkt, registreert het oude bouw­materialen, die moeilijk van hun omgeving te onder­scheiden zijn – bijvoorbeeld het verschil tussen baksteen en natuur­steen, waar oude bouwwerken uit bestaan.

De technologie geeft onderzoekers niet ineens ‘Rönt­gen-ogen’ om een hele stad te kunnen zien, die in de diepte begraven ligt, maar helpt al wel om de omtrekken van steden, de ‘stands­platte­grond’ en inrichting te identificeren.

Dit artikel verscheen in zijn geheel in het juninummer van het Israel Today Magazine. Klik hier voor een abonnement.