Amnesty International geeft toe dat het tegen het idee van een “Joodse Staat” is

Directeur van Amnesty USA zegt dat Israël niet moet worden gehandhaafd als een staat voor het Joodse volk

Door Ryan Jones | | Onderwerpen: Amnesty International
Molly Malekar van Amnesty International. Haar organisatie vindt niet dat Israël een "Joodse" staat moet zijn, zoals de directeur van Amnesty in de VS deze week uitsprak. Foto: Olivier Fitoussi / Flash90

Welnu, nu weten wij waarom Amnesty International er zo op gebrand is Israël af te schilderen als een “apartheidsstaat”, zoals zij eerder dit jaar in een rapport deden.

Zie: Amnesty Internationals Apartheidsclaim tegen Israël weerlegd

Het hoofd van Amnesty USA, Paul O’Brien, vertelde deze week op een bijeenkomst van de Women’s National Democratic Club dat zijn organisatie weliswaar zelfbeschikking voor het Joodse volk steunt, maar niet gelukkig is met de notie van een “Joodse staat” in het Heilige Land.

Hij slaagde er niet in adequaat uit te leggen wat het duidelijke verschil is tussen deze twee standpunten.

Joodse zelfbeschikking zou nergens anders moeten en kunnen plaatsvinden dan in het voorouderlijke en bijbelse thuisland van het Joodse volk. Het kan ook onmogelijk plaatsvinden in een Arabisch meerderheidsstaat, dus moet het een “Joodse” staat zijn.

Hij heeft ook niet erkend dat er sprake is van een dubbele moraal. Roemenië is een staat voor het Roemeense volk, en de minderheden die er wonen moeten dat feit aanvaarden. Hetzelfde geldt voor India, Finland en een lange lijst van andere landen, waarvan Amnesty er geen ooit als “apartheids”-staat heeft bestempeld.

“Is Amnesty van mening dat het Joodse volk recht heeft op zelfbeschikking, wat een van de fundamentele mensenrechten is? Ja, dat vinden ze,” zei O’Brien, voordat hij begon met een onsamenhangend betoog over het probleem van het antisemitisme.

Terugkerend naar het onderwerp, vervolgde O’Brien: “Het is niet Amnesty’s standpunt, in feite zijn we tegen het idee … dat Israël moet worden gehandhaafd als een staat voor het Joodse volk.”

In feite bestempelde O’Brien deze notie van een “Joodse” staat als een “existentieel” deel van het probleem.

Met andere woorden, als Israël niet zou aandringen op het behoud van een “Joods” nationaal karakter, dan zou het conflict kunnen worden opgelost.

In het bijzonder heeft hij een probleem met de Natiestaatwet die Israël in 2018 heeft aangenomen en die het Joodse karakter van de staat en de relevante Joodse symbolen die de staat vertegenwoordigen, in het grondwettelijk recht heeft gecodificeerd.

Wat de wet niet heeft gedaan, is inbreuk maken op de burgerlijke vrijheden van welke burger dan ook, joods of niet. Maar dat lijkt O’Brien niet te hebben begrepen.

Volgens de Amnesty-chef “zegt de wet van 2018 dat de staat Israël alleen voor de Joden behouden is, en dat het alleen voor hen zou moeten zijn. En dat is, vanuit een mensenrechtenperspectief, geen gelijke behandeling van het Joodse volk en het Palestijnse volk. Ik geloof niet dat Israël in stand moet worden gehouden als een staat waarin het ene ras het wettelijke recht heeft om het andere te onderdrukken.

Dit is een volstrekt onjuiste voorstelling van de wetgeving in kwestie.

Voor verdere lectuur over dit onderwerp, en om te begrijpen wat Paul O’Brien duidelijk niet doet, zie:

Israel Today nieuwbrief

Dagelijks nieuws

Gratis in uw mailbox

Israel Heute Newsletter

Tägliche Nachrichten

FREI in Ihrer Inbox